studie voltooide. Terwijl hij daar nog verbleef werd hij aangezocht voor het opzienersambt te Maria-Hoorebeke; hieraan gaf hij gehoor. Na afgelegd examen voor de Synodale commissie van de Unie der Prot. Kerken in België te Brussel werd hij den 8en Mei 1842 als predikant ald. beroepen, waarop hij den 14en Aug. bevestigd werd door Ds. J.A. Stoop, pred. te Antwerpen. Den 24en Sept. 1848 leidde hij voor het eerst na 15 jaren weer een godsdienstoefening te Ettecoven, met Maria-Hoorebeke gecombineerd. Hij hield zijn afscheidspreek den 24en Aug. 1851 (t: Lc. XIX:42a) wegens vertrek naar Koudekerke, waar hij den 31en Aug. intrede deed (m. 1 Cor. II:2), na bevestigd te zijn door Ds. C.A. Kam, pred. te O. en W. Souburg. In Juli 1853 bedankte hij voor een beroep naar Ter Neuzen. Van twee beroepingen, waarover hij tegelijkertijd te beslissen had, een naar Hedel (op Koninklijke collatie) en een naar Berkel en Rodenrijs, nam hij de eerste aan. Den 2en Apr. 1854 werd hij te Hedel bevestigd door Ds. G.A. Weyers, pred. te Driel (m. 1 Joh. V:4; intr. m. Joh. XXI:15-17); afsch. te Koudekerke 26 Mrt. m. Fil. II:12-16). Na voor Bergschenhoek (Dec. 1856) bedankt te hebben, nam hij een beroep naar Fijnaart en Heiningen aan, waar hij den 10en Mei 1857 bevestigd werd door Ds. H.J.R.G. Theesing, pred. te Rotterdam (m. 1 Cor. IV:1; intr. m. Col. I:28; afsch. te Hedel 3 Mei m. 1 Thess. III:12, 13). Hoewel in Mei 1860 beroepen te Scherpenisse bleef hij werkzaam te Fijnaart tot zijn overlijden den 31en Oct. 1863.
Hij was te Maria-Hoorebeke gehuwd met Johanna Catharina Blommaert, die hem na een 19 jarig huwelijk te Fijnaart door den dood ontviel, hem nalatende vier kinderen, die binnen een jaar hun beide ouders verloren.
Van V. Koningsberger zagen het licht vier door hem uit het Hoogd. vertaalde preeken van M. Luther: U is de Heiland geboren. Leerr. ov. Lc. II:1-12. Rott. 1833. 8o. - De kracht en nuttigheid v. Christus' Opstanding. Leerr. ov. Mt. XXVIII:1-10. Rott. 1834. 8o. - Het bevel der Evangelieprediking en Christus' belofte aan de geloovigen, bij Zijne hemelvaart. Rott. 1834. 8o. - De uitstorting v.d. H. Geest. Leerr. ov. Hand. II:1-4. Rott. 1834. 8o. (alle aanwezig in de U.B. Amst.).
Voorts: Eenige bijzonderheden betreff. de geschiedenis der Prot. Gem. te St. Maria Hoorebeke in Oost Vlaanderen. In: Ned. Arch. H.G. D. IX (1849), blz. 212-215. (D. Koningsberger d.t. pl. als schrijver genoemd, moet zijn: V. Koningsberger). - De bevrijding v. Petrus uit de gevangenis. Leerr. ov. Hand. XII:5-17. Rott. 1862. 8o.
Litteratuur: Hs. Borger. - Boekz. 18632, 572, 590-592.