schrift, die hem als scherpzinnig denker deden kennen, en vooral moet op dit gebied de aandacht gevestigd worden op zijn artikel: De ontwikkelingstheorie en de zedeleer, opgenomen in De Gids van 1881, no. 8. Meer theologisch was Het godsdienstig-zedelijk leven der Christelijke gemeente (Amst. 1878) met een aanbevelende voorrede van I.J. de Bussy, en dat door Herderscheê genoemd wordt: ‘een proeve ter populariseering van het ethisch idealisme’. Verder gaf hij nog in druk: De moderne predikant (1879), geplaatst in de Stemmen uit de Vrije Gemeente, en Gewetensvrijheid (Amst. 1879), uitgekomen in de ‘Volksbibliotheek vanwege de Vereeniging tot handhaving en voortplanting van het liberale beginsel’ (5e achttal, no. 7). Ook schreef hij artikelen in De Hervorming, o.a. in de jaargangen 1882 en 1883.
Voor zijn kerkgenootschap heeft Koekebakker zich verdienstelijk gemaakt door mede De Zondagsbode op te richten (1887), waarvan hij gedurende de eerste, niet gemakkelijke, jaren redacteur was, een arbeid, die veel tijd in beslag nam, maar blijvend succes heeft gehad, nu De Zondagsbode meer en meer het aangewezen orgaan der Doopsgezinde Broederschap is geworden.
Den 24en Juli 1873 huwde Koekebakker met Sina Huizinga († 27 Maart 1901), die hem zes kinderen schonk, waarvan drie vóór hun meerderjarigheid zijn gestorven, twee zoons, Ds. J. en Ds. W. Koekebakker, Doopsgezind predikant zijn, respectievelijk te Middelburg en te Dordrecht, en de jongste zoon, Hendrik, als chef de bureau bij de firma Nijhoff te 's-Gravenhage in 1927 overleed.
Een portret in olieverf van Koekebakker bevindt zich ten huize van zijn oudsten zoon te Middelburg.
Litteratuur: De Zondagsbode, 3e Jaarg., no. 50, 12 Oct. 1890. - Herderscheê, De Mod.-Godsd. richting in Ned., 349. - Doopsgez. Bijdr., 1901, 30. - Alb. Ath. Amst., 228. - Alb. Stud. Rh.-Tr., 474. - Hs. Borger. - Mededeelingen, welwillend verstrekt door Ds. J. en Ds. W. Koekebakker.