loof bestaat in een volkomen overtuiging dat men deel heeft aan de genadeweldaad, zoodat allen, voor wie Christus gestorven is, mogen aangemerkt worden als zonder zonde geboren te zijn. (In de Kralingiana of Zedige Aanmerkingen over de Kralinger Twistschriften door een Genoodschap van
Letterbeminnaars (Rott. 1757), waarvan Petrus Hofstede de schrijver wel zal zijn geweest, wordt (Eerste Boek, blz. 35) terloops met Molentiels gemis aan kennis de draak gestoken). Aan v.d. Kluyt werden van den kant zijner tegenpartij hoon en spot niet gespaard; zelfs werd een tuchtmiddel op hem toegepast. Het schijnt echter wel vast te staan dat hij in zijn strijdvoeren meer dan eens te vèr ging en ook noodeloos onrust verwekte. (Het verloop van dezen strijd is uitvoerig beschreven in de Nederl. Jaarboeken. 1757, blz. 128-171).
Hij huwde den 25en Oct. 1718 met Magtilda Burgwal, dochter van Jan Burgwal, schepen te Schiedam, uit welk huwelijk zes zoons en drie dochters geboren werden.
Portretten zijn van hem niet bekend.
Zijn in druk uitgegeven geschriften, die blijkbaar vele koopers vonden, zijn getiteld:
Kort Begrip der voornaamste Goddelijke Waerheden, t. dienste v. eerstbeginnende Leerlingen ende andere Eenvoudige, die zich zoeken te bereiden tot de Belydenis des Geloofs, met Vragen en Antwoorden. 3e dr. Amst. 8o. (Vgl. Boekz. 1768b, 620; het Naamreg. van v. Abkoude-Arrenberg, blz. 83 heeft: Kort Ontwerp enz. 3e dr.). - Keten der Goddelyke Waerheden ofte Korte Stellingen der gantsche Christelyke Godgeleerdheyd. 3e dr. Rott. 1769. 12o. |
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb., VII2, blz. 78. - Boekz. 1762a, 606-613 (m. 2 lijkdichten). - Ypey en Dermout, Gesch. N.H. Kerk, III, blz. 603-605; Aant. blz. 265. - F.J. Los, Wilhelmus à Brakel, blz. 37. - Alb. Stud. L. Bat., k. 821.