[Balthasar Kloeckhof]
KLOECKHOF (Balthasar) afkomstig uit een niet onaanzienlijk geslacht, werd geboren te Culemborg, waar zijn vader Mr. Balthasar Kloeckhof burgemeester was. Hij werd in 1723 ingeschreven als student te Utrecht, en vertrok den 12en Sept. 1725 naar Jena, waar hij vervolgens de hoogeschool bezocht. Den 5en Nov. 1728 keerde hij naar het vaderland terug. Den 19en Sept. 1829 te Amsterdam getenteerd werd hij tot proponent bij de Luthersche Kerk bevorderd. Nadat in 1729 zijn naam met die van twee andere proponenten geplaatst was op een drietal te Middelburg, zonder dat het beroep op hem was uitgebracht, werd hij in 1731 beroepen te Amersfoort. Hij diende de gemeente ald. van 1731 tot 1734. In laatstgen. jaar werd hij hulpprediker van Ds. C. Heesper, pred. te Gouda, op wiens sterven hij een gedachtenispreek hield (in dr. uitgeg.) en wiens opengevallen plaats door hem werd ingenomen (2 Juli 1736). Den 31en Juli 1740 preekte hij ald. afscheid wegens vertrek naar Utrecht, waar hij den 14en Aug. d.a.v. intrede deed. In Febr. 1742 bedankte hij voor een nominatie te Rotterdam. Te Utrecht werd, evenals in zijn beide vorige gemeenten, zijn arbeid hoog gewaardeerd. Hij beijverde zich sterk voor de stichting van de nieuwe (nòg in gebruik zijnde) kerk in de Hamburgerstraat; bij de ingebruikneming van dit bedehuis op 28 Nov. 1745 werden door zijn Hoogduitschen ambtgenoot des voor- en door hem des namiddags gelegenheidspreeken uitgesproken (in dr. uitgeg.). Toen hij wegens toenemenden ouderdom verzwakte, deed hij, zelf niet onbemiddeld, gedeeltelijk afstand van zijn tractement, om daardoor de beroeping van een jonger leeraar (J.D. Deiman), mogelijk te maken. Hij diende de Utrechtsche gemeente tot zijn overlijden, den 25en Jan. 1763.
In de beide van hem verschenen preeken deed hij zich kennen als niet onverdienstelijk homileet, die zich in dit opzicht gunstig onderscheidde van velen zijner tijdgenooten.
Portretten worden van hem niet vermeld.
De beide door hem uitgegeven preeken zijn getiteld: De Aanlokkelyke Prys Van Paulus Geestelijke Ridderschap. Voorgedragen in een Lyk-Reede Uit 2 Tim. 4 vs. 7, 8. Ter Nagedachtenisse v.d. WelEerw., zeer Godvrucht., en wel Gel. Heere Casper Heesper, In zyn Eerw. Leven getrouw Leeraer, in de Gem. der Onveranderl. Augsb. Belydenis binnen Gouda. Ald. uitgespr. den 22 July 1736. Amst. 1736. 4o. (Univ.-Bibl. Amst.). - De zegen der woningen v.h. geestelyke Israël; Vertoont, in eene Leerr. ov. Ps. LXXXVII vs. 1, 2, 3. Ter Inwydinge v.d. nieuwgebouwde kerk der Ev. Gem., toegedaen der onverand.