[Johannes Kloeck]
KLOECK (Cloeck, Kloek), (Johannes) behoorde tot een destijds bekend aanzienlijk Geldersch geslacht. Zijn geboorteplaats en -jaar zijn onbekend. Als proponent beroepen te Puflijk en Leeuwen den 9en Sept. 1669 diende hij deze gemeente tot zijn vertrek naar Ede; hier werd hij bevestigd in 1672 of in 1674 (beide jaren worden genoemd bij de Jongh, Pred. Gederl., blz. 138 en 344). Bij zijn ondertrouw te Arnhem 21 Febr. 1674 met Anna Christina van Vinceler (wier vader Willem v. V. richter te Huissen was) was hij reeds pred. te Ede blijkens de acte van ondertrouw. Hij bleef aldaar werkzaam tot zijn overlijden in 1714.
De door hem uitgegeven ‘geestelycke’ gezangen zijn beneden het middelmatige en meest op in zwang zijnde wijzen ingericht. In zijn Eedische Verlustingen vindt men b.v. een navolging van v. Lodensteyns gedicht, dat bekend is uit de omwerking in Gez. 43 uit de Ev. Gezangen der Ned. Herv. Kerk. Kloecks verzen waren van dien aard, dat zij veelal den spotlust opwekten. Dat zij echter ook naar veler smaak waren, blijkt hieruit dat een zijner verzenbundels een zevenden druk beleefde. Ook de door hem uitgegeven preeken werd nog meer dan vijftig jaren na zijn verscheiden herdrukt.
Portretten zijn van hem niet bekend.
De titels der door hem uitgegeven bundels luiden:
Eedische Verlustingen Of Geestelycke Gezangen en Lof-sangen Op verscheyde voorvallen en gelegentheden t'zamengesteldt, en ten dienste der Zang-lievende in 't ligt gebragt. Utr. 1677. 8o. (M. opdragt aan Vrouwe Joanna Margareta v. Arnhem, Vrouwe tot den Rosendael en Harsseloo d. 20 Dec. 1676); 2e dr. Utr. 1684. 8o.; 3e dr. ald. 1694. 8o.; 6e dr. verm. m.e. Aanhangsel .... Alsmede der Swacken Ademtocht v.e. aemechtige Ziele in hare geestelike flaute d. Nic. Barenzonius, pred. te Goes. Utr. Z.j. 8o. (Bibl. N.L.); 7e dr. ald. Z.j. 8o. (v. Abkoude-Arrenberg, Naamreg., blz. 280, waar bovenst. titel ontbreekt, vermeldt van hem Gezangen. Utr. Z.j. 8o.; v.d. Aa, t.a.p., noemt dezen
|