Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4

[Mr. Dignus Ketelaar]

KETELAAR (Keetlaer) (Mr. Dignus), geboren te Goes den 11en Nov. 1674 als tweede zoon uit het huwelijk van Mr. François Keetlaer, Raadsheer in den Hove van Holland, Zeeland en W. Friesland, en Maria Eversdijk, was schepen van Goes in 1708, '09, '11 tot '18, pensionaris honorair in 1719 en 1720, werd den 4en Dec. secretaris der Staten van Zeeland en den 2en Nov. 1734 Raadpensionaris van Zeeland. Hij overleed ongehuwd den 23en Maart 1750.

In zijn ambt als Raadpensionaris ‘scheen hij volkomen te passen in de lijst van zijn onbeduidenden tijd’, naar het oordeel van Nagtglas t.a.p., die intusschen ook onbekend blijkt te zijn met het hier volgende geschrift, waarvan het titelblad D. Ketelaar²⁾ als auteur vermeldt:

2) Een ex. van het hieronder vermelde geschrift was ondanks velerlei nasporingen niet te ontdekken, zoodat niet met volkomen zekerheid kon vastgesteld worden of dit breedopgezette geschrift bovengen. Dignus Ketelaar tot auteur heeft. Daar het blijkbaar (vgl. Boekz. t.a.p.) is opgesteld door een Ketelaar, die in 1724 nog in leven was, en de predikant van St. Philipsland D(aniel) Ketelaar in 1660 overleden was, ligt de conclusie voor de hand, dat men hier te denken heeft aan bovengen. Secretaris der Staten van Zeeland. Al placht deze zijn naam te schrijven Keetlaar, zijn naam komt toch ook herhaaldelijk voor als Ketelaar of Ketelaer, o.a. in het Alb. Stud. L. Bat., k. 720 en 778, waar vermeld worden als ingeschreven op 15 Maart 1692 Dignus Ketelaer en op 12 Febr. 1704 Dignus Ketelaer, beide geb. te Goes, en bij hun inschrijving opgegeven als 20 jaar oud. Hoewel deze leeftijd niet precies in overeenstemming is met dien van bovenbeschreven Mr. Dignus K. lijkt het toch aannemelijk dat deze met een van beide bedoeld is.

[p. 740]

Oude en Rechtzinnige waarheid, in het stuk des [sic!] Formulieren en Geloofsbelydenissen v.d. Geref. Kerken, mitsgaders derzelver nootzakelykheid; en in het byz. v.d. Formula Consensus ofte Voorschrift van overeenkomst v. de Geref. Zwitserse Kerken, aengaende de leere v. de algem. Genade, aenkleven van dien en eenige andere artykelen; wordende hier mede, dit Formula gebillijkt, en verdedigt, tegen de ongegronde lasterlijke, en zielverderflijke aenmerkingen, met welke het zelve onlangs is vermeerdert. Amst. 1724. Met e. voorr. v. Dr. Joh. v. Staveren, behelzende ‘een Korte, dog deftige’ Opening van Paulus Brief aan de Heilige, en gelovige Ephesiers geschreven: en daer uit getoont, hoe nootzakelyk Paulus lesse, om zig gedurig te benaerstigen om te behouden de eenigheit des Geestes door den Band des Vredes, is, zynde zulke Banden de zoogen. Formulieren v. Eenigheit, die waerlyk zyn liefdebanden der volmaektheid enz. enz. (Boekz. 1726b, 243-247).

Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VII², blz. 28. - Nagtglas, Levensber., blz. 524. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb. III, k. 683 (art. Mej. C. de Waal). - Meded. d. Mr. P.D. de Vos, Archivaris te Zierikzee.