godsdienstonderwijs in vrijzinnigen geest (doorgaans genoemd: Commissie ‘Middelweg’), waarvan hij lid en tevens secretaris was, en die van de Nederl. Gustaaf-Adolf Vereeniging, die uit erkenning van zijn verdiensten hem in Apr. 1896 tot lid van haar Hoofdbestuur koos. Ook werd hij om diezelfde reden vereerd met de benoeming tot Ridder in de burgerlijke en militaire orde van ‘Adolf van Nassau’.
Op hoogen leeftijd trok hij zich, vrijgebleven van ouderdomsgebreken, uit het openbare leven terug. In het voorjaar van 1903 werd hij aangetast door een uitterende ziekte, waaraan hij den 22en Dec. van datzelfde jaar overleed.
Hij huwde 1o. te Leiden den 18en Apr. 1845 met Margaretha Johanna Petronella van Hengel, die hem na een pijnlijke operatie ten huize van haar vader (Dec. 1858) en na langdurig lijden den 19en Apr. 1860 door den dood ontviel; 2o. te Leiden den 23en Sept. 1863 met Alida Hagen (overl. 17 Febr. 1888), zuster van Dr. H.G. Hagen, pred. te Leiden. Beide huwelijken bleven kinderloos.
Van hem zag het licht:
Disputatio Theol. Inaug. de Simonia. L. Bat. 1845. 8o. - Feestel. Toespr. bij gelegenh. v.h. honderjar. bestaan v.h. Oude Mannen- en Vrouwenhuis te Leiden op 29 Dec. 1883. (Niet in den handel). (Bibl. N.L.). - Feestrede bij gelegenh. der herdenk, v.h. 40-jar. best. der Subcommissiën v.d. Kweekschool v. Zeevaart te Leiden. Z. pl. en jr. (Bibl. N.L.).
Litteratuur: Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb. II, k. 669 (art. Mr. E. v. Ketwich Verschuur). - De Wapenheraut. 5e Jrg. (1901), blz. 2. - Jaarboekje v. Geschied- en Oudheidkunde v. Leiden en Rijnland, tev. Orgaan der Ver. Oud-Leiden. 2e Jrg. (1905). - De Hervorming. 2 Jan. 1903. No. 1. - Alb. Stud. L. Bat., k. 1309.