[Johannes Kersseler]
KERSSELER (Johannes), omtrent wiens afkomst niets bekend is, werd den 11en Aug. 1590 provisioneel aangenomen tot predikant door de Lutherschen te Middelburg, die destijds nog geen vrijheid van openbaren eeredienst hadden, maar in particuliere woningen bijeenkwamen. Den 18en Febr. 1591 deed hij intrede als vast predikant. Hij bleef als zoodanig zijn ambt waarnemen, totdat hij in 1604 ziek werd, zoodat men te Middelburg voor drie maanden voorziening in den dienst verzocht van Amsterdam. Kersseler overleed echter spoedig daarop omstreeks het begin van 1605, nalatende een weduwe.
Portretten van hem worden niet vermeld.
Het boekje over de Veertig Aanvechtingen in het gebed, dat hij vertaalde, is waarschijnlijk: P. Clasen, Veertig aenvechtingen des duyvels daer door hij ons geerne aen 't ghebedt verhinderen oft daerinne twyffelachtig maken soude. Nederduytsch door een liefhebber des Goddelicken Woorts. Z. pl. 1596.
Litteratuur: Naamrol Pred. Augsb. Conf., blz. 51. - J.H. Manné, Reformatie, blz. 428, 429. - Loosjes, Biogr. Naamlijst v. Pred. der Luth. Kerk in Ned., blz. 141. - Dez., Geschied. der Ev. Luth. Kerk in de Ned., blz. 87, 89, 91. - Schultz Jacobi, Oud en Nieuw. I, blz. 96; III, blz. 59. - Dez., Rotterd., blz. 17, 26, 29 v. - Pont, Geschied. v.h. Lutheranisme in de Ned., blz. 448, 501-504.