hij twintig jaren lang gedurende den winter zijn wekelijksche Bijbellezingen hield.
Zijn prediking was, in breeden zin confessioneel; zelf noemde hij zich weleens leerling van Prof. v. Oosterzee. Hij bezat een buitengewone gemakkelijkheid van spreken, een krachtige stem, een zuiveren stijl. Hierdoor was hij niet alleen een in den goeden zin populair spreker, wiens woord met zout was besprengd, maar ook een onvervaard debater; in socialistenvergaderingen niet minder dan in kerkelijke vergaderingen bleek zijn vaardigheid in dit opzicht. Het liefst echter preekte hij, en hij deed het goed; al mocht zijn preektrant iets ouderwetsch hebben, frischheid viel er niet aan te ontzeggen; principieel Gereformeerd hield hij tevens rekening met de verschijnselen van zijn tijd. Man van scherpbelijnd karakter en degelijke studie nam hij een eigen, zelfstandige plaats in.
In den strijd over de moderne Schriftcritiek, die in 1907 de Haagsche gemeente beroerde en ook daarbuiten sterk de aandacht trok, liet Karres zich niet onbetuigd; naar aanleiding van het critisch standpunt, door zijn ambtgenooten Dr. J.A. Cramer en Dr. J.H. Gerretsen in dit opzicht ingenomen, sprak hij zich openlijk uit, o.a. in zijn preek Evangelie en Zekerheid, waarin hij tegen bedoelde critiek positie nam, en waaraan hij een naschrift toevoegde, gericht aan beide genoemde predikanten; Dr. Gerretsen bleef hierop het antwoord niet schuldig in zijn brochure: De ‘Schriftcritiek’ en hare beteekenis voor den tegenwoordig en tijd. Met een woord van verweer aan Ds. D.J. Karres. 2e dr. Nijmegen. (1907) 8o. Van het college van Regenten der Scholen van de Ned. Herv. Gemeente te 's-Gravenhage was hij jarenlang secretaris, daarna voorzitter. Ook de op zijn initiatief gestichte vereeniging ‘Kinderzorg’ en de Chr. Nat. Werkmansbond verloren in hem een sympathieken steun.
Karres huwde te Amsterdam den 24en Jan. 1884 met Anna Catharina Hansen, die hem overleefde met vier zoons (van wie een, J.J.C. Karres, pred. is te Apeldoorn) en een dochter.
Van hem zag het licht:
De troost v.h. overblijfsel. Leerr. geh. te 's-Gravenhage den 18en Oct. 1896. 8o. - Evangelie en Zekerheid. Prediking, geh... te 's-Gravenhage, 16 Dec. 1906, m.e. naschr. aan de Wel. Eerw. Zgel. Heeren Dr. J.A. Cramer en Dr. J.H. Gerretsen. 's-Grav. 1907. 8o. - Woord vooraf toegevoegd aan de brochure van Ds. N. van Schouwenburg, Aan Dr. J.H. Gerretsen. ‘Onovertrefbare verschilpunten wederlegd en vereffend. 's-Grav. 1907. 8o. - ‘In de genade Gods’. Leerr. geh. t. herdenk, v. 25 jar. Ev. bedien, den 7en Febr. 1909. 's-Grav. 1909. 8o. (Al deze geschr. in de kerkeraadsbibl. Groote kerk te 's-Gravenhage).
In de 's-Gravenhaagsche Kerkbode vindt men tal van bijdragen van zijn hand. In het tweemaand. Tijdschr. Troffel en Zwaard 5e Jrg. Utr. 1902, blz. 1-29 is afgedrukt een referaat door Karres gehouden op de Jaarvergadering der Confessioneele Vereeniging in 1901: Hoe moeten met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden de Evangelisatiën zijn of worden ingericht?
Litteratuur: J. v.d. Baan, Kerkhist. Bijdrage over de Herv. Gem. te Bruinisse bij gelegenh. v. haar 300 jarig bestaan. Zierikzee. 1900, blz. 28. - In memoriam Dirk Jacob Karres, in de 's-Gravenh. kerkbode. No. 23, 6 Maart 1915. - H. Schokking, In memoriam Dirk Jacob Karres, in: De Geref. Kerk No. 1379. 11 Maart 1915. - Alb. Stud. Ath. Amst., blz. 64. - Id. Rh. Traj., k. 568.