Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4
(1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend
[pagina 657]
| |
[Dietrich Kanngiesser]KANNGIESSER (KANNEGIESSER) (Dietrich of Diederich)Ga naar voetnoot1) beroepen bij de Luthersche gemeente te 's-Hertogenbosch den 11en Oct. 1806, diende deze gemeente tot Oct. 1811, toen hij vertrok naar Nijmegen, waar hij den 3en Nov. d.a.v. intrede deed en werkzaam bleef tot den 14en Sept. 1823. Den 21en d.a.v. werd hij door Ds. Joh. Schultz, secretaris van de synode en van de synod. commissie der Luth. Kerk, ingezegend tot den dienst te Paramaribo, waar hij den 4en Apr. 1824 intrede deed, en den 28en Juni 1826 overleed na een ziekte van 14 dagen. Gedurende zijn verblijf te Nijmegen in den Franschen tijd werd hij in Oct. 1813 beschuldigd niet voor den keizer te hebben gebeden en gezongen; zelfs werd den kerkeraad bevolen een anderen predikant in zijn plaats te beroepen; er werd echter eenig uitstel verleend en daarop volgde heel spoedig het vertrek van de Franschen, tengevolge waarvan de moeilijkheden uit den weg geruimd werden. In zijn Catechetischer Unterricht (zie ond.) is Luthers Kleiner Catechismus afgedrukt met toevoegsels en uitlatingen, zonder dat dit telkens opzettelijk wordt aangeduid. Een accessit viel hem ten deel op zijn verhandeling naar aanl. van een prijsvraag uitgeschreven door het Stolpiaansch Legaat betreffende den strijd der plichten; zijn antwoord werd samen met dat van A.J. Deiman uitgegeven. (zie ond.). Afbeeldingen zijn van Kanngiesser niet bekend. Van hem zag het licht: Catechetischer Unterricht im Christenthum, für die Confirmation der Lehrlinge, nebst Luther's Kleinnen Catechismus, und Anhang erbaulicher Gebete. Nymw. 1815; ald. 1816. 8o. - Diss., quibus respondetur quaestioni: Cum subinde officia repugnare videantur, quaeritur, num incidere possint causae, cum aut plane pugnent, aut incerta sit agendi ratio: et quae in omnibus hujusmodi causis sit norma, cui parere et quam sequi oporteat. in: Dissertat. Lat. et Belgicae ad Christianam morum doctrinam, spectantes pro praemio legati Stolpiani conscriptae. T. VI. L.B. 4, (p. 115-204.) Verhandel. ov. de natuurl. Godgeleerdh. en zedekunde, uitgeg. d.h. Stolpiaansch Legaat. 1818. Ook vervaardigde hij Fest-Lieder zur kirchl. Jubelfeyer der Reformation am 2 Nov. 1817 zu Nimwegen. (Nijm.) 8o (Knuttel, Cat. Pamfl. VI. No. 24627). Spoedig na zijn komst te Paramaribo vatte hij het plan op tot uitgave van een W. Indisch Tijdschrift ter bevordering v. verstandelijke en zedelijke beschaving te Paramaribo in Suriname, waarvan in Apr. 1826 te Amsterdam een prospectus verscheen; de uitvoering van het plan werd evenwel verijdeld door Kanngiessers overlijden. Hij was gehuwd met Catharina Johanna Roos, en hertrouwde den 23en Mei 1815 na haar overlijden met Catharina Engelbertina Johanna Schultz (overl. in 1875 op 83jarigen leeftijd). Litteratuur: Loosjes, Naamlijst v. Pred..... der Luth. K. in Ned. blz. 138, 139. - Nav. XXX (1880), blz. 545. - Bijdr. Gesch. Luth. Kerk. I, 67; IV, 179. - Oud en Nieuw. I, 200; II, 172; III, 178, 179; V, 126. - Alg. Konst- en Letterbode. Jrg. 1826. II, 193. - Boekz. 1826a, 556, 557. - H.D.J. v. Schevichaven, Oud-Nymegen's kerken, kloosters, enz. Nijm. 1909, blz. 237. - Monatshefte für Rhein. Kirch. Gesch. XVII, S. 27. - Maand. Meded. uit de Ev. Luth. Gem. te Nijm. XIII, blz. 8-11. |
|