van Jarrige vonden veel aftrek: zijn Jesuistes mis sur l'Eschafaut werd met zijn Réponse te zamen te Leiden herdrukt in 1649, een 3e dr. van het eerstgenoemde verscheen aldaar in hetzelfde jaar, evenals een 4e dr., nu wederom met de Réponse. Zelfs een 5e dr., ook met de Réponse, werd uitgegeven (Leiden 1676), terwijl nog een Latijnsche vertaling (Lugd. Bat. 1665) en een Duitsche (Breslau 1761) het licht zagen.
Niettegenstaande al die anti-Roomsche uitingen, bleek zijn vroeger geloof voor Jarrigius ten slotte toch meer aantrekkingskracht te hebben dan het Protestantisme. Reeds in 1650 ging hij door toedoen van Pater Ponthelier, verbonden aan het Fransche gezantschap in den Haag, te Antwerpen weer tot de Katholieke kerk over en deelde dit mede in een geschrift, getiteld: Retraction du Père P. Jarrige ... retiré de sa double apostasie (Anvers 1650, en aldaar herdrukt). Hierin erkende hij, onbezonnen en alleen uit wraakzucht Protestant te zijn geworden. Naar aanleiding van deze bekentenis verschenen nog een Responce à la retraction etc., door Jean Nicolai Luxembourgeois (te Amst. uitgekomen) en Remarques sur la retraction etc. (Leiden 1651).
Jarrige trad niet meer in de orde der Jezuïeten, maar bracht zijn overige levensdagen in afzondering te Tulle door, daar hij zich schaamde, den menschen weer onder de oogen te komen; vandaar meenen sommigen, dat de Jezuïeten hem ingekerkerd hadden. Hij overleed den 26en September 1670.
De gissing van Van der Aa, dat hij mogelijk dezelfde zou zijn als Pierre Cordier, van 1643 tot 1652 Waalsch predikant te Leiden, is dus onjuist.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Jöcher, Gelehrten-Lexicon, II, 1847. - Bayle, Dict. Historique et Critique, I, 80. - de Backer, Bibliothèque des écrivains de la compagnie de Jésus, Ser. IV, p. 318, 319. - Petit, Bibl. v. Ned. Pamfl., I, 279, no. 2450. - Alb. Stud. L.B., 384.