J
[Jan Coenraad Jacobi]
JACOBI (Jan Coenraad), in 1765 te Amsterdam geboren, studeerde te Helmstadt en werd in 1789 proponent bij de Lutherschen. Den 13en Mei van dat jaar te Gouda beroepen, deed hij aldaar op 19 Juli intrede en was er werkzaam tot 15 Januari 1792, toen hij naar Rotterdam vertrok. Hier was hij den 26en November 1791 beroepen op voordracht van eenige ‘gecommitteerden uit de dolerende ledematen’, d.w.z. van de Prinsgezinde partij, die aan de Patriottische gezindheid van den kerkeraad en den predikant Scheffer aanstoot nam en wier ontevredenheid de gemeente met een scheuring bedreigde, gelijk die in hetzelfde jaar te Amsterdam had plaats gevonden. De Rotterdamsche kerkeraad, die de eenheid der gemeente bewaren wilde, had toegegeven aan het verlangen der ‘dolerenden’, om zijn keus te doen uit een voordracht van predikanten, door hen samengesteld, en zoo deed Jacobi op 29 Januari 1792 intrede. Hoewel bekend staande als Oranjegezind en als voorstander eener streng kerkelijke rechtzinnigheid, werd hij bij de omwenteling van 1795 niet, zooals zijn ambtgenoot Sander, door den kerkeraad afgezet, maar bleef, zelfs ondanks zijn informeele beroeping, gehandhaafd, ‘dewijl zijn Eerw. zich, door zijn uitmuntend character en stigtelijk gedrag in leer en leven, het vertrouwen van deeze vergadering en de gemeente volkomen [had] waerdig gemaekt.’
Niet te verwonderen was het, dat de confessioneele Hersteld-Luthersche gemeente te Amsterdam den 4en Januari 1805 hem als opvolger van haar eersten predikant Hamelau koos en hoewel men hem te Rotterdam dringend vroeg, te blijven, meende hij het beroep niet van de hand te mogen wijzen: hij predikte op 10 Maart 1805 afscheid en verbond zich den 27en van die maand aan zijn nieuwe gemeente. Hier hield hij, toen zij 25 jaar bestond, op 3 Augustus 1816 een feestrede over Ps. 118:23-25 en was er verder werkzaam tot zijn overlijden op 29 December 1835. Er bestaat van hem een portret, geteekend door G. van den Berg en gegraveerd door J. Snoek in 1793, met een zesregelig vers van Uylenbroek; bovendien nog een ander portret in medaillon.
Van Jacobi's hand is in druk verschenen: Ter zilveren bruilofte van den Heer F.M. Smit en Mevr. S.W. Jolles, plegtig gevierd te Rotterdam, den 11en van December 1797 (gedicht). - Leerrede over Psalm 21:1-6 (Amst. 1815). Deze is gehouden ter gelegenheid van de troonsbestijging van Willem I. - Openbaar verslag van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, gehouden te Amsterdam op 18 October 1821. - Met Prof. Sartorius hield hij het toezicht op den herdruk van den Lutherschen Bijbel van 1832.
Litteratuur: J. Loosjes, Naaml. Luth. pred., 131, en de daar aangehaalde litteratuur. - Cat. Letterk., II, 236.