Bij gelegenheid van de invoering van den Franschen Gezangenbundel (zie volgend art.), die al mede het eerst te Vlissingen werd ingevoerd, hield hij den 22en Mei 1803 een toepasselijke leerrede, en bij het in gebruik nemen van het orgel in de Fransche kerk te Brielle sprak hij den 25en Aug. 1816 eveneens een toepasselijke preek uit (t. 1 Cor. XIV:10). Zijn zoon Jean Jacques diende de Brielsche gemeente van 1816 tot 1826 als organist en van 1812 tot 1824 als koster op een jaarwedde van 48 Gulden.
S.Th. Huet huwde te Vlissingen den 16en Aug. 1789 met Jacoba Adriana Busken, een even geleerde, geestige als huishoudelijke vrouw, die reeds op haar veertiende jaar een Latijnschen prijs verwierf op het Gymnasium te Vlissingen. Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren, waaronder drie zoons; de oudste was Dan. Theod. Huet (zie hierna art. i.v.)
Afbeeldingen zijn van hem niet bekend.
Het eenige geschrift door hem uitgegeven was zijn Opwekkende Redev., uitgespr. voor de buitengew. vergad. v.h. Ned. Zend. Gen. te Rotterdam den 19en Juli 1825. Rott. 1825.
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 435. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb. V, k. 247 (art. v. S. Cler). - Haag, La France Prot. VI, p. 7. - Bulletin de la Comm. pour l'hist. des Egl. Wall, I, p. 199-205, 260, 265; II, p. 245, 252. - Nav. XXIX (1879), blz. 75, 79, 81, 82, 84, 85, 171, 173, 174, 180, 225, 227n. - J. Utrecht Dresselhuis, De Waalsche Gemeenten in Zeeland, blz. 103, 120. - J. v.d. Baan, Wolfaartsdyk, enz. blz. 391. - Boekz. 1773b, 232; 1826b, 87, 107. - Ypey, Gesch. v.h. Kerkgen. der Herv. 18e e. I, blz. 146.