[Willem Houttuyn]
HOUTTUYN (Willem) was uit hetzelfde geslacht als de voorgaande afkomstig en volgens een aanteekening van De Hoop Scheffer ‘niet onwaarschijnlijk’ een kleinzoon van Willem Maartensz Sleutel of Seylemaker (zie over hem: Doopsgez. Bijdr., 1867, 77, 78). Houttuyn is te Hoorn geboren en studeerde te Leiden in de medicijnen, waartoe hij zich op 20jarigen leeftijd den 17en September 1712 aan de academie aldaar liet inschrijven. Twee jaar later promoveerde hij tot doctor op een Disputatio medica inauguralis de angina (Lugd. B. 1714), waarna hij zich als geneesheer te Hoorn vestigde. Op 10 September 1721 werd hij tot liefdeprediker bij de Friesche Doopsgezinde gemeente aldaar bevestigd en bleef als zoodanig werkzaam tot zijn overlijden op 1 September 1756. Hij was gehuwd met Aagtje Seylemaker en had een zoon Maarten, die ook de geneeskundige practijk te Hoorn uitoefende.
Op het einde der 17e eeuw was reeds een duidelijke toenadering te bemerken tusschen de twee grootste afdeelingen der Doopsgezinden te Hoorn, de Waterlanders en de Friezen, zoodat men in 1706 besloot, de predikbeurten onderling zóó te regelen, dat de wederzijdsche leden de diensten in beide gemeenten konden bijwonen. Houttuyn zal die toenadering zeker gaarne in de hand gewerkt hebben, want hij was de eerste Friesche leeraar, die een dienst in de Waterlandsche gemeente leidde en wel op 30 Mei 1723. Ook heeft hij nog de vereeniging der beide gemeenten mogen beleven, die op 17 December 1747 tot stand kwam.
Houttuyn bezorgde een tweeden druk, met voorrede, van K. van Huyzen, Historische verhandeling van de opkomst en voortgang, mitsgaders de godgeleerdheid der Doopsgezinde Christenen (Hoorn 1734) en gaf, insgelijks met een voorrede, den 5en druk uit van P.J. Twisck, Een vaderlijk geschenk of testament. Verklaring van het vijfde gebod (Hoorn 1742).
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Blaupot ten Cate, Holland, I, 38. - Naamlijst v. Doopsgez. Schrijveren en Schriften, 49. - Nav., VII, 128. - Alb. Stud. L.B., 827. - (Ds. M.) U(iterdijk), Uit de oude gesch. der Doopsgez. gemeente te Hoorn in: Ons godsdienstig leven, 2e Jaarg. (1914), nis 4 en 31.