[Mijnders Houtkamp]
HOUTKAMP (Mijnders), geboren te Renswoude in 1758, werd den 11en September 1777 op 19jarigen leeftijd te Leiden als student ingeschreven en als proponent den 11en Maart 1781 te Hoogkarspel beroepen, waar hij op 10 Juni d.a.v. zijn intrede deed. Wegens zijn Patriottische gevoelens in 1789 bij ‘politicque dispositie’ ontzet, ontving hij evenwel op 7 November 1790 een beroep naar Blaricum en Laren, dat hij aannam, maar waarop hij geen approbatie kon bekomen, zoodat het geen voortgang had. Voor een beroep naar Waterland (Zeeland), dat ongeveer terzelfder tijd op hem was uitgebracht, had hij bedankt. Eerst den 19en Maart 1792 ontving hij weder een beroep en wel naar Hippolytushoef op Wieringen, dat ‘in dit buitengewone geval’ niet door den magistraat, maar door Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier moest geapprobeerd worden. Den 28en Maart gaf dit college reeds zijn goedkeuring en op 6 Mei 1792 hield Houtkamp zijn intreerede. Na ruim één jaar, den 20en Juli 1793, beriep hem de gemeente Wieringerwaard; hij predikte op 8 September d.a.v. afscheid te Hippolytushoef en verbond zich één week later aan zijn nieuwe gemeente, die hij diende tot 19 April 1795, om in dat revolutiejaar weer tot zijn eerste gemeente Hoogkarspel terug te keeren, waar hij den 26en April intrede deed. In 1797 verwisselde hij deze met Enkhuizen, was dáár nog 20 jaar werkzaam en overleed op 24 Mei 1817, ruim 58 jaar oud. Zijn echtgenoote P. Cloppenburg, met wie hij in 1781 was gehuwd, overleefde hem.
Nog student zijnde, heeft Houtkamp in 't licht gegeven: Kleine Gedichtjes voor kinderen, kunnende strekken tot een aanhangsel, of om gevoegd te worden bij de Kleine Gedichtjes voor kinderen van de Heeren Van Alphen en 't Hoen (Utr. 1780).
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Frederiks en V.d. Branden, Biogr. Wdb., 374. - Alb. Stud. L.B., 1125. - Cat. Lett., I, 535. - Boekz., 1792a, 405; 1795a, 429.