Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4
(1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Willem Hendrik Houël]HOUËL (Willem Hendrik), geboren te Utrecht den 5en Oct. 1813, werd ingeschreven als student ald. den 3en Jan. 1831 met een getuigschrift van het gymnasium ald. do 14 Dec. 1830. In Mei 1837 bevorderd tot proponent door het Prov. kerkbestuur van Utrecht, nam hij eenigen tijd te de Vuursche den dienst waar voor Ds. W. Moll, pred. ald. Den 3en Mei 1840 werd hij bevestigd te Grootelindt en Heer Oudelands-Ambacht door zijn neef Ds. H. Kok, pred. te Gorinchem (m. Joh. XXI:16; intr. m. Joh. VIII:12-22). Vandaar vertrok hij naar Numansdorp, waar hij den 12en Mei 1850 door denzelfden bevestigd werd (m. 1 Cor. IV:4b; intr. m. Joh. I:43a; afsch. te Grootelindt 5 Mei m. 2 Cor. XIII:11). Den 23en Apr. 1865 hield | |
[pagina 327]
| |
hij een gelegenheidspreek (t. Openb. V:9a) bij het in gebruik nemen van het nieuwe orgel te Numansdorp (aangekocht van de Waalsche gem. te Rotterdam); den 7en Mei d.a.v. ter herdenking zijner 25-jarige bediening (t. Hebr. XIII:8); den 16en Mei 1875 na voltooiden 25-jarigen dienst te Numansdorp (t. 2 Cor. XIII:9b). Na den 18en Jan. 1880 ondanks zware verkoudheid nog voor zijn gemeente gepreekt te hebben (ov. Mt. XIV:23-34), overleed hij reeds den 20en d.a.v. Hij werd begraven te Numansdorp. Hij was niet alleen een ijverig leeraar en getrouw herder, maar ook iemand van veelomvattende kennis; daarbij nederig en zachtmoedig van aard. Hij liet een weduwe na, Adriana Johanna Christina Losel Vorstman. Ds. J.J. Bange uit Klaaswaal hield na zijn sterven een gedachtenisrede (t. Hebr. XIII:7). Van hem zag het licht: Vier pastoors martelaars,Ga naar voetnoot1) te 's-Gravenhage gedood, den 30 Mei 1570. Na drie eeuwen in herinner. gebragt. Opgedragen aan de Herv. Gemeenten te Schagen, de Lier, IJsselmonde, Poortugaal en Monster. Dordr. 1870. 8o. Met drie bijlagen. (Univ. Bibl. Amst.). Het werd zeer gunstig aangekondigd in: Waarh. in liefde. Jrg. 1870, 3e st., blz. 588-590. Litteratuur: Kerk. Crt. 31 Jan. 1880 (No 5). - Alb. Stud. Rh.-Traj., k. 288. - Knuttel, Bibl. Kerkg. blz. 151. - Arch. v. K.G. VI (1835), blz. 232. - Sepp, Uit het Pred. leven, blz. 70. |
|