[Gerardus Horreus]
HORREUS (Gerardlis), eenig nagelaten zoon van Petrus Horreus (zie vorig art.), werd geboren te Workum den 7en Aug. 1725. Hij studeerde te Franeker, en werd bevorderd tot proponent in 1751. Den 16en Mei van dat jaar bevestigd te Kimswerd door Ds. F. Piekenbroek en door Ds. Jac. Pierson, beide pred. te Harlingen (resp. m. Mt. XXIV:45 en Spr. IV:7b), deed hij den 23en d.a.v. intrede (m. 1 Cor. III:9); emeritus geworden wegens ouderdom, preekte hij afscheid den 1en Jan. 1794 (m. 1 Cor. XVI:23, 24). Hij overleed te Kimswerd den 7en Jan. 1797.
Hij huwde den 8en Juli 1753 met Knierke Talma, dochter van Sjoerd Talma, koopman te Harlingen, uit welk huwelijk werden geboren, een zoon, vroeg gestorven, en drie dochters, later alle gehuwd.
Afbeeldingen zijn van hem niet bekend.
Van hem zag het licht:
Animadversiones sacrae profanae ad selecta Novi Testamenti scriptorumque exterorum Graecorum loca. Harl. 1749. 8o. |
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 394 (zeer onvolledig). - Saxe, Onom. lit. VII, p. 140. - Romein, Pred. Friesl., blz. 199. - Boekz. 1797a, 232, 233. - Nova Acta erudit. Lips. 1750, p. 69-73.