[Hendrik Johannes van Hoorn]
HOORN (Hendrik Johannes van), geboren te Utrecht den 17en Febr. 1799, werd ingeschreven als student ald. den 21en Aug. 1815 en toegelaten tot de Ev. bediening door het Prov. Kerkbestuur van Utrecht in Aug. 1821. Als proponent bedankte hij voor een beroep naar Valkenswaard, maar nam dat naar Sprang aan, waar hij den 10en Febr. 1822 bevestigd werd door Ds. J. Leyds, pred. te Loon op Zand (m. Jes. IV:12; intr. m. Mt. XXVIII:20.) Reeds enkele maanden daarna bedankte hij voor een beroep naar Helmond, den 21en Aug. 1825 preekte hij afscheid te Sprang (m. 1 Petr. I:25a), waarna den 4en Sept. zijn bevestiging plaats had te Maasland door Ds. J.P. Sprenger v. Eyk, pred. te Rotterdam (m. Joh. XII:26m; intr. m. Rom. I:16). Slechts een jaar bleef hij te Maasland; hij nam er afscheid den 17en Sept. 1826 (m. 1 Cor. XIII:13a), en werd den 24en bevestigd te Voorburg door Ds. W.W. v. Beuzekom, pred. te Maassluis (m. Lc. XIV:23b; intr. m. 1 Cor. XIII:13b.) Na in 1829 bedankt te hebben voor beroepingen naar Alphen a/d Rijn, O. Beyerland en Amersfoort, nam hij een tweede beroep naar laatstgen. gemeente aan en werd er bevestigd den 2en Mei 1830 wederom door Ds. W.W. v. Beuzekom, toen pred. ald. (m. Lc. XIV:23b; intr. m. 1 Kon. XIX:11, 12; afsch. te Voorburg 18 Apr. m. 1 Thess. V:23). Meer dan 37 jaren bleef hij in zijn derde gemeente werkzaam; den 6en Mei 1855 herdacht hij zijn 25 jarigen dienst ald. (m. 2 Cor. V:18). Den 27en Oct. 1867 preekte hij er afscheid bij het ingaan van zijn emeritaat (m. 1 Thess. V:9). Hij overleed te Amersfoort den 15en Oct. 1882.
Hij was praeses van het Cl. Bestuur van Amersfoort en lid van het Prov. Kerkbestuur van Utrecht.
H.J. v. Hoorn was gehuwd met Alida Johanna Hendrika Keller. Twee zoons uit dit huwelijk volgen hierna. Van hem verscheen in druk:
Kerkelijke rede, ter gedacht. v. W.W. v. Beuzekom, pred. te Amersfoort, overl. den 25en Mei 1839. Amersf. 1839. 8o. - Kerkelijke rede bij het eerste openb. gebruik v.e. nieuw orgel, voor de Herv. Gem. te Amersfoort, 9 Nov. 1845. Amersf. 1846. 8o. - In: Jaarboeken v. Wetensch. Theol. D. VI, blz. 633-661: Het wonderbedrijf v. Jezus te Kana in Galilea. Joh. II:1-11. Eene bijdrage tot de apologie v.d. historischen Christus.
Litteratuur: Alb. Stud. Rh.-Traj., k. 213. - Boekz. 1839b, 158. - St. v. W. en Vr. 18722, 1182. - Kerk. Crt. 26 Oct. 1872. No 43. - Knuttel, Cat. Pamfl. VII, No 27691.