Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4
(1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Nicolaes van Hoorn]HOORN (Nicolaes van) werd te Middelburg (?)Ga naar voetnoot1) uit het huwelijk van Jacques v. Hoorn, beenhouwer ald., en diens eerste vrouw Maicken v. Vyfve, die overleed in | |
[pagina 271]
| |
1619, toen Nicolaes vier jaren oud was. Hij bezocht van 1629 tot 1635 de Latijnsche School in zijn vaderstad, vanwaar hij na publieke promotie, te Leiden ging studeeren (ingeschr. ald. op 20 jarigen leeftijd den 7en Apr. 1636). Als proponent werd hij bevestigd te Retranchement (bij Sluis) den 23en Febr. 1642; vervolgens was hij predikant te Aagtekerke van 1646 tot het ingaan van zijn emeritaat in 1667Ga naar voetnoot1). Hij overleed te Middelburg in Mei 1669 (begraven ald. 11 Mei). Als emeritus schreef hij zijn Arrius redivivus (zie onder), gericht tegen het door Becius uitgegeven pamflet Apologia modesta et christiana, I.B.M.Z. Dat is Sedighe en Christelycke Verantwoordinge van Joannes Becius, Middelburger in Zeeland. Waer in aengewesen wordt de occasie en oorsaeck van de scheuring, die onlangs gevallen is, tusschen hem en eenige Gereformeerde. En wat men van zijn persoon te oordeelen heeft. Eleutheropoli. Bij Eleutherius Trasimachus Anno 1668. Hierin verklaart Becius het gevoelen van Socinus in zake de Drieëenheid ‘voor het waerachtige’ te houden, terwijl hij beweert geen Ariaan te zijn, maar het ten opzichte van de vijf artikelen te houden met Arminius. Dit geschrift had tengevolge Becius' verbanning uit Middelburg. De aangevallene liet niet na zoowel v. Hoorns geschrift als het daaraan toegevoegd Lofdicht van Laccher te bestrijden; hij deed dit in zijn Probatio Spiritus authoris Arii redivivi. D.i. Beproevinge van de geest des autheurs van Arrius redivivus, beschreven door Nic. v. Hoorn, gewesene prediker in St. Agnetae Kerk, alsmede beproevinge van de geest v. D. David Laccher, pastoor in de Polder. (L. was predikant te Onze Lieve-Vrouwenpolder). Gedr. voor alle oprechte Christenen. Ao 1669. Nog in hetzelfde jaar liet Becius hierop volgen: Nadere beproeving van de geest des autheurs van ..... Arrius redivivus. 1689; was het eerste dezer twee geschriften van Becius op aandringen van den kerkeraad van Middelburg door den magistraat verboden als een ‘godslasterlijk, verdoemelijk, zielverderfelijk, fundamentlijk dwalend schrift’, het laatstgen. werd op last der stedelijke regeering openlijk verbrand. ‘Uit eenige staaltjes’ blijkt volgens de la Rue t.a.p. dat N. v. Hoorn ook een liefhebber der poëzie is geweest, maar v.d. Aa (Wdb. v. Ned. Dichters t.a.p.) verklaart deze staaltjes niet te hebben kunnen opsporen. Hij huwde te Retranchement 28 Febr. 1643 met Maria van Hoornbeeck, geb. te Middelburg. Afbeeldingen zijn van hem niet bekend. Zijn tegen Becius gericht geschrift draagt als volledigen titel: Arrius redivivus ofte vierige pylen des Satans, uytgeblust door den Schilt des Geloofs; zynde een korte Wederlegginge van de Valschgenaamde Christelycke en zedige Verantwoordinge D. Johannis Becii, ingestelt in het Woort Gods met Verklaaringe der Outvaderen. Middelb. 1669. 4o. Hierachter: Lofdicht op dit geleerd en stichtelyk tractaat door Ds. D. Laccher. N. van Hoorn voegde ook een lofdicht toe aan de in druk verschenen preek van Joh. Thilenus, pred. te Middelburg: Schat der Princen. Vertoont in een Predicatie Gedaen tot Middelburgh den 23 Sept. ... 1668 ... in tegenw. v.d. Prince v. Orangien | |
[pagina 272]
| |
(na diens aanneming tot ‘Eerst-Edele’ van de Provincie door de Staten van Zeeland). Middelb. 1668. 4o (Knuttel, Cat. v. Pamfl. II2, No 9676). Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 380. - Glasius, Godgel. Ned. II, blz. 146, 147. - de la Rue, Gelett. Zeeland (2e dr.), blz. 76. - Nagtglas, Levensber. blz. 416. - v.d. Aa, N. Biogr., Anthol. en Crit. Wdb. v. Ned. Dichters. II, blz. 263. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb. III, k. 611, 612. - Alb. Stud. L. Bat., k. 276Ga naar voetnoot1). - G. Voetii, Disputat. P. III, p. 139. - Paquôt, Mémoires. T. II (1768), p. 97. - Schotel, Kerk. Dordr. II, blz. 97. - Biogr. Wdb. v. Prot. Godgel. in Ned. I, blz. 367. - Knuttel, Verboden Boeken, blz. 14. - Maandbl. ‘De Ned. Leeuw’, Jrg. XXXVII, k. 62. - Meded. van den Heer W.M.C. Regt en van den Heer Dr. W.J. Unger, archivaris der gem. Middelburg. |
|