Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4
(1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Jacob François van Hoogstraten]HOOGSTRATEN (Jacob François van), tweede zoon van Mr. François van Hoogstraten, President van de Rechtbank te Rotterdam, behoorende tot een oud en deftig geslachtGa naar voetnoot1), en Margaretha Louise Copes van Hasselt, werd geboren te Rotterdam den 22en Apr. 1806. Reeds in 1813 verloor hij zijn vader door den dood; zijn voorbereidende opleiding ontving hij te 's Gravenhage; den 16en Sept. | |
[pagina 263]
| |
1823 werd hij ingeschreven als student te Leiden en in Aug. 1830 door het Prov. Kerkbestuur van Z.-Holland toegelaten tot de Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk. Den 14en Nov. d.a.v. had zijn bevestiging plaats te Hengelo (Ov.) door Ds. A. Lens, pred. te 's Gravenhage (m. Ef. V:17b; intr. m. Ps. LXXIII:25). Hij preekte er afscheid den 29en Sept. 1833 (m. Fil. IV:23) wegens vertrek naar Lochem, waar hij den 3en Nov. d.a.v. bevestigd werd door Ds. J.H. v. Yssel Groothuis, pred. ald. (m. 2 Cor. IV:13b; intr. m. 1 Cor. III:9). Vandaar ging hij naar Utrecht, waar Ds. S.G. Jorissen, pred. ald., hem bevestigde (den 20en Nov. 1836 (m. Hebr. X:24; intr. m. 1 Petr. I:24, 25; afsch. te Lochem 9 Oct. m. Hand. XX:32). Den 14en Nov. 1855 herdacht hij (m. Ps. CIII:1, 2) zijn 25-jarige en den 13en Nov. 1870 (m. Rom. I:16) zijn 40-jarige Evangeliebediening. Toen hij in Nov. 1876 als predikant zijn 40-jarige bediening te Utrecht herdacht, was hij nog frisch van kracht en werd de wensch namens zijne vele vrienden uitgesprokenGa naar voetnoot1) dat hij eenmaal zijn gouden feest aldaar zou mogen vieren. Deze wensch is echter niet vervuld; hij overleed er den 31en Juli 1878 en werd den 3en Aug. begraven in het graf, waar kort te voren het stoffelijk overschot van een zijner zoons was teraarde besteld. Bij de begrafenis van Ds. v. Hoogstraten kon Ds. J.C. Verhoeff in tegenwoordigheid van tal van autoriteiten ook buiten den kerkeraad getuigen namens zijn ambtgenooten: ‘Wij wisten nauwelijks wat grooter was, de liefde of de hoogachting, die wij voor hem koesterden, menigmaal heeft hij ons beschaamd, en zijn gedachtenis zal onder ons in zegening blijven.’ De zaligsprekingen uit de Bergrede omtrent de zachtmoedigen, de vredemakers en de reinen van hart waren volgens Ds. Verhoeff op hem van toepassing. Ook Prof. Nic. Beets verklaarde bij zijn graf dat hij dezen man zeer had liefgehad en, van jaar tot jaar, altijd meer had leeren waardeeren en hooger achten. Dr. A.W. Bronsveld beschreef hem naar zijn eigenaardige uiterlijke verschijning, die niet alleen den gentleman, maar ook den predikant verried, en voegde eraan toe: ‘langs onze straten is zelden iemand gegaan, zóó goedhartig, zóó vriendelijk, zoo deelnemend als Ds. v. Hoogstraten was. Men zegt, dat hij jaarlijks zoo veel weggaf als zijn traktement bedroeg.’ Bijzonder gering dacht hij van zichzelf. Als pastor wist hij recht te vertroosten uit de H. Schrift. Zijn dogmatiek was niet scherp belijnd; zijne volgelingen behoorden meest tot de hoogere standen en tot het deel der gemeente, dat een ruimere en vrijere levensopvatting had dan men te Utrecht ‘beslist’ of ‘positief’ noemde; maar aan zijn oprechte vroomheid en liefde tot Christus twijfelde niemand, zoodat de mannen, die aldaar onder invloed van het Réveil stonden, gaarne met hem saamwerkten. De onrustige geest, die zich in zijn laatste levensjaren in den Utrechtschen kerkeraad vertoonde, deed hem groot verdriet; hij was er niet tegen opgewassen en voelde er zich niet in thuis. Jarenlang was hij bestuurder en tot zijn dood voorzitter van de ‘Vrouwenvereeniging’, en van het Bestuur der Diakonessen-inrichting, aan wier oprichting hij | |
[pagina 264]
| |
had medegewerkt. Bij zijn begrafenis werd hij (door Dr. M. Cohen Stuart) ook herdacht als Eere-Voorzitter van den Christelijken Broederkring. Hij was Ridder der Orde van den Ned. Leeuw. Ds. v. Hoogstraten huwde te 's Gravenhage den 5en Febr. 1835 met zijn nicht Caroline Copes v. Hasselt (overl. 1889); uit dit huwelijk werden geboren behalve een dochter (jong overleden) vijf zoons, van wie twee predikant zijn geworden: Ds. J.W. v. Hoogstraten, overl. als emer. pred. van Edam 1908 en Ds. C.J.G. v. Hoogstraten, overl. als pred. te 's Gravenhage 1895. Een portret van Ds. J.F. v. Hoogstraten komt voor in: 1844-4 Nov.-1919. Gedenkschrift bij het 75 jarig bestaan der Inrichting v. Diakonessen in Nederland, gevest. te Utrecht, in opdracht v.h. Bestuur samengesteld door den Voorzitter H.H. Barger, waar ook menige bijzonderheid omtrent zijn arbeid in en voor deze Inrichting wordt vermeld (blz. 2, 17, 19, 21, 31). Niet geheel juist is de opmerking van Dr. A.W. Bronsveld dat hij voor zoover hem bekend nooit iets door den druk heeft gepubliceerd; behalve zijn (niet in den handel gebrachte) herdenkingspreek, ook door Dr. Br. vermeld: Vijfentwintigjarige Evangeliedienst in de gemeenten Hengelo, Lochem en Utrecht, dankend herdacht, op Woensd. 14 Nov. 1855 des av. in de Domkerk ald. Utr. 1855. 8o, werd van hem uitgegeven een brief aan Johanna L.... toegevoegd aan: Johanna L... Een berigt v. haar leven, uittreksels uit haar dagboek en sommige harer brieven. Bijeengebracht door hare vriendin. Utr. 1843. 8o. - Het honderdjarig bestaan der Diakoniescholen in de Herv. Gem. te Utrecht, den 27en Apr. 1848, plegtig herdacht. Utr. 1848. 8o. Ook gaf hij in druk een Lijst van de vervaardigers van den Ev. Gezangenbundel, niet dan na ‘langdurig onderzoek, veelvuldig overleg zoo met letterkundigen als met nagelaten betrekkingen van de vervaardigers en meermalen herhaalde revisie van zijn werk’; een herdruk werd bezorgd door zijn zoon Ds. J.W. v. Hoogstraten. Edam. Oct. 1891. Litteratuur: A.W. Bronsveld, Voor vijftig jaren. Persoonlijke herinneringen aan Utrecht. Utr. 1913, blz. 26-33. - Utr. Prov. en Sted. Dagbl. 14 Nov. 1870. - Jhr. v. Weede v. Dykveld, Woorden den WelEerw. Z. Gel. Heer Ds. J.F. v. Hoogstraten, uit naam der commissie toegesproken by gelegenh. zijner veertigjar. Ambtsbed. in de Utr. Gem. den 20 Nov. 1876. (Niet in den handel). Utr. (1876). - Woorden gespr. bij het open graf v.d. WelEerw. Zgel. Heer Jan François v. Hoogstraten, sed. 20 Nov. 1836 Pred. te Utr., overl. 31 Juli, begr. 3 Aug. 1878 (uitgeg. t. voord. v.h. Diaconie Weesh. dezer gem. Utr. 1878). - Alb. Stud. L. Bat., k. 1261. - L. de Geer, Ontst., invoer. en ontvangst v.d. Ev. Gez. bundel in de Ned. Herv. Kerk, blz. 189. Voorts verschillende bescheiden uit het archief der fam. v. Hoogstraten. |
|