Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4
(1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Willem Christoffel Hoog]HOOG (Willem Christoffel), geboren te Oud-Vossemeer den 19en Mei 1769 uit het huwelijk van Johannes Wilhelmus Hoog, pred. ald.Ga naar voetnoot1) en diens nicht Martha Hoog, werd ingeschreven als student te Leiden den 18en Sept. 1786 en bevorderd tot proponent in de Classis Leiden en Neder-Rhynland den 2en Nov. 1790. Den 11en Sept. 1791 werd hij bevestigd te Rockanje door zijn vader, destijds predikant te Axel en Zuiddorpe (m. 1 Kron. XXVIII:9, 10; intr. m. Rom. I:15a). Hij bedankte voor een beroep (uitgebr. in Juni 1797) naar Zoutelande, maar nam dat naar Domburg aan, waar hij weder door zijn vader, toen pred. te Ritthem, den 6en Aug. 1797 bevestigd werd (m. Jes. XXXII:20; intr. m. 2 Cor. II:17; afsch. te Rockanje 30 Juli m. 1 Cor. IV:4c). Hij overleed te Domburg, en werd begraven in de kerk aldaar. Hij was een zeer kundig en ijverig lid van het Zeeuwsch Genootschap en van verschillende andere Genootschappen. Door zijn toedoen werd te Domburg opgericht een departement van de Maatschappij tot Nut v. 't Algemeen, welke Maatschappij hem in 1802 vereerde met den zilveren eerepenning voor zijn antwoord op de door | |
[pagina 252]
| |
haar uitgeschreven Prijsvraag: Vordert de Godsdienst eene volstrekte verzaaking van alle vermaaken en uitspanningen, hoe ook genaamd? zo neen! welke behoedmiddelen moeten er gebruikt en welke regelen in acht genomen worden, dat zulke vermaaken en uitspanningen, door misbruik niet zondig worden? Afgedr. in: Verhandelingen uitgeg. door de Bat. Maatsch. t. N. v.h. Alg. dl. X. 1802, blz. 83-150. Hij was gehuwd met Magdalena Geertruida Alting, die hem als weduwe met drie kinderen overleefde. Afbeeldingen zijn van hem niet bekend. Litteratuur: Nagtglas, Levensber., blz. 412. - J. v.d. Baan, Pred. Wolfaartsdijk, 299. - Alb. Stud. L. Bat., k. 1155. - Boekz. 1803a, 104, 105. - Alg. Ned. Fam. blad II, 239. |
|