[Ludovicus Hondius]
HONDIUS (de Hond) (Ludovicus), geboren te Amsterdam in 1598, was het achtste der dertien kinderen uit het huwelijk van Jodocus Hondius en Coletta van der Keer(e). Deze Jodocus H. (overl. 1612), jongste der drie kinderen van Olivier de Hond, gehuwd met Petronella Davesteyn, messemaker te Wackene bij Gent, was met zijn gezin om de religie uitgeweken naar Engeland, en had zich later te Amsterdam gevestigd.
Ludovicus Hondius werd ingeschreven als student te Leiden den 13en Mei 1616, te Groningen den 16en Apr. 1618, daarna nogmaals te Leiden den 12en Nov. 1618. Als proponent werd hij beroepen te Huizen in het Gooi in 1621, en diende na deze gemeente die van Schagen van 1624 tot zijn overlijden in 1649.
Hij was gehuwd met Cathalina Heyndricx de Bondt (Catelijntje Bont) (ondertr. te Amsterdam 6 Oct. 1623). De oudste der vier kinderen uit dit huwelijk was Jacobus Hondius, zie hierna.
Portretten van Lud. Hondius zijn niet bekend.
Van hem zag het licht:
Christel. Bericht op de bedenckingen des gemoedts over de pestilentie waer inne oock ondersocht wordt of 's menschen leven kan verkort ende verlenght worden. Amst. 1637. 12o.
Dichtregelen van hem vindt men aangehaald bij D. Burger van Schoorel, Cronyk v.d. gantsche oude Heerlijkheid v. het Dorp Schagen, blz. 30.
Litteratuur: Veeris-de Paauw, Vern. Kerk. Alphab. v. N.-Holl., blz. 101., v.d. Aa, Wdb. Ned. Dicht. II, blz. 241. - Alb. Stud. L.B. k. 24, 38. - Id. Gron., k. 6. - Cat. Burgersd. en Nierm., No 7225. - Maandbl. ‘De Ned. Leeuw’, Jrg. 1921, k. 97. - De Wapenheraut. III (1899), blz. 9.