[Laurentius Homma]
HOMMA (Laurentius), geboren te Amsterdam, liet zich in 1643 aan de pas gestichte hoogeschool te Utrecht als student inschrijven en aanvaardde in 1649 den predikdienst te Hem. Achtereenvolgens verbond hij zich daarna in Juli 1652 aan Monnikendam en in Mei 1654 aan Enkhuizen, om op 18 December 1661 intrede te doen te Amsterdam, waar hij werkzaam was tot zijn overlijden op 4 Januari 1681, in den ouderdom van 55 jaar.
Bij zijn beroep te Amsterdam werd hij door den Doopsgezinden Sociniaan Beelthouwer bij den kerkeraad aangeklaagd als een ‘valsch profeet’, daar hij, toen Beelthouwer wegens ketterij uit Enkhuizen gebannen was, dezen ‘aan den Sathan overgeleverd’ had en thans ‘de Sathan nog niet over hem was gekomen’! Bovendien had de aanklager door de behandeling te Enkhuizen veel schade geleden en verzocht nu ‘reparatie van dien’. Natuurlijk volgde een scherpe bestraffing van Beelthouwer door den verontwaardigden kerkeraad. Merkwaardig voor de zeden van dien tijd is ook hetgeen Homma in de classisvergadering ondervond, waar hij den proponent J. Koerbagh in scherpe woorden namens de classis den kansel ontzegde wegens onrechtzinnigheid, waarop Koerbagh hem toevoegde: ‘'t Is goed, dat ge geen mes hebt’, daarbij zinspelend op het feit, dat Homma eens als proponent iemand met een mes had aangevallen en gewond. Eén der leden van de vergadering, de predikant van 's-Graveland, voegde toen zijn buurman toe: ‘Ik zal maar zwijgen, anders krijg ik ook een beurt’, daar hij zich indertijd aan eenzelfden misslag had schuldig gemaakt!
Homma - wiens broeder Gualtherus predikant te Medemblik is geweest - huwde eerst met Elisabeth Vorsten en hertrouwde, na haar overlijden, te Amsterdam op 30 November 1666 met Sara Vorsten, weduwe van Mr. Gerrit Recht.
In druk heeft hij gegeven: De Rechter in het Paradijs. - Eerste en laatste predikatie.
Van hem bestaan eenige afbeeldingen: één zonder naam van den graveur en twee verschillende, beide zwarte kunst, door W. Vaillant.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Meinsma, Spinoza en zijn kring, 243, 287, 300. - Kühler, Socin., 188. - Commelin, Beschr. der stadt Amsterdam, 485. - De Ned. Leeuw, 1924, 235. - Cat. Burgersd. en Nierm., 779. - Alb. Stud. Rh.-Traj., 6.