en bedestonden (Utr. 1787). - Twee leerredenen bij den doop, en afscheid van Utrecht (Utr. 1793). - Iets ter handhaaving en bevordering van waarheid en plicht (Alt. 1794). - (Met G. Karsdorp en J. de Jager) Leerredenen. Met een vertoog, dat genade en plicht, de leer van Jezus en zijne apostelen, ook de leer van Menno en der waare Mennoniten is (Alt. 1794). - Iets over Gods grootheid (Alt. 1797). - Dichtkundige Mengelingen, 4 st. (Amst. 1800). - Dank- und Ermahnungspredigt (Alt. 1801). - (Met G. Karsdorp) Stand- en Gedachtenisrede over Jan de Jager, leeraar te Hamburg en Altona (1802). - Jubelpredikatie wegens 25 jarige ambtsverrichting in onderscheiden Doopsgezinde gemeenten, gehouden te Altona op 8 October l809 (Alt. 1809). - (Met J. Goos e.a.) Ter gedachtenis van Gerrit Karsdorp, leeraar te Hamburg en Altona, overleden II October 1811.
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb., VI, 267. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., I, 1121. - Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Wdb., 354. - Blaupot ten Cate, Holland, II, 181. - Hartog, Gesch. Predikk., 427. - Alb. Ath. Amst., 515. - Cat. Doopsgez. Bibl., II, 41, 100, 255, 277, 284.