eenigen naam gemaakt. Naar het model van W. van Oosterwijk Hulshoff's Geschiedenis van Jozef, gaf hij De geschiedenis van Jezus, in gesprekken (Harl. 1815; 2e dr. Amst. 1842), De geschiedenis der Apostelen (Harl. 1818), De gelijkenissen van Jezus (Haarl. 1821) en De wonderwerken van Jezus (Haarl. 1833), waarover P. Cool in de Doopsgez. Bijdr. van 1869 een uitvoerige beschouwing gaf onder den titel: Freerk Hoekstra als kinderschrijver (blz. 56-89), en waarin hij, naast veel lofwaardigs, ook nadrukkelijk de gebreken noemt, die het werk van Hoekstra ontsieren. Een katechisatieboekje, getiteld: Vragen en antwoorden over den godsdienst (Haarl. 1804), vond, blijkens de herdrukken in 1810, 1822 en 1837, veel bijval.
Behalve het genoemde heeft Hoekstra uitgegeven: Leerrede op den ramp van Leyden, 12 Januari 1807 (Haarl. 1807). - Lykrede op Heere Oosterbaan, leeraar te Harlingen, overleden 18 September 1807 (Amst. 1807). - Leerrede over de teekenen der tijden (Westzaand. 1810). - De heillooze gevolgen van partijschap; kerkelijke redevoering over het oproer te Ephesen (Harl. 1813). - Kerkelijke redevoeringen (Gron. 1816; 2e dr. Harl. 1837). - Verhandeling over de waarheid van den christelijken godsdienst en Verhandeling over de voortreffelijkheid der christelijke zedeleer (Harl. 1825), beide bewerkt naar geschriften uit de nalatenschap van zijn vriend Hylke Hanekuik. - Zedelijke en godsdienstige vertoogen (Arnh. 1827-1831). - Dankrede, gehouden te Harlingen, bij gelegenheid van 50 jarigen predikdienst (Harl. 1836). - Laatste Avondmaalsbediening en afscheid te Harlingen (Harl. 1837). Bovendien gaf hij artikelen in de Arnhemsche Courant, waarin hij Da Costa bestreed, terwijl in Doopsgez. Bijdr., 1869, blz. 74, 75 een gedichtje van zijn hand staat afgedrukt.
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb., VI, 267. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., I, 1119, 1120. - A. van Steenderen, Iets ter nagedachtenis van Freerk Hoekstra (Fran. 1839). - Blaupot ten Cate, Friesl., 186, 239, 245. - Sepp, Stinstra, II, 291, 296. - Hartog, Gesch. Predikk., 435-437. - Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Wdb., 354. - Cat. Doopsgez. Bibl., II, Reg. - Alb. Ath. Amst., 513.