[Peter Jacob Gustav Hoefer]
HOEFER (Peter Jacob Gustav), geboren te Linnich (in de tegenwoordige Rijnprovincie) den 12en Jan. 1805, als zoon van J.H. Hoefer, predikant èn maire aldaar, en Marie Merkens, bezocht het gymnasium te Dortmund en studeerde vervolgens aan de Universiteiten te Halle en te Bonn (alhier ingeschr. 22 April 1826). Den 9en Maart 1832 werd hij door het Königl. Rheinische Konsistorium te Coblenz tot de Evangeliebediening toegelaten, met de verklaring dat hij was toegetreden tot de Union. Met dertig anderen dong hij naar de predikantsplaats te Sittard; de keuze viel op hem, en, na den 16en Oct. 1833 met goed gevolg een colloquium doctum te hebben afgelegd, werd hij er den 24en Nov. 1833 bevestigd door zijn vader, destijds predikant te Rade vorm Walde (m. 1 Tim. III:1 en 1 Thess. V:12, 13; intr. m. 2 Cor. V:20a). Te Sittard bleef hij werkzaam; hij herdacht er zijne vijftigjarige bediening, kreeg er met ingang van 1 Nov. 1885 eervol emeritaat en overleed er den 18en Febr. 1895.
Voor de kerk der Sittardsche gemeente maakte hij zich zeer verdienstelijk; tal van ingrijpende verbeteringen waren aan hem te danken. Ook stichtte hij er in 1856 een Evangelische school, waaraan uit erkentelijkheid in 1885 de naam ‘Gustaaf-Hoefer-School’ werd gegeven, Ook de Herv. pastorie te Grevenbicht kwam door zijne bemiddeling tot stand. Hij was te Sittard en omgeving algemeen geacht, niet het minst om zijn pastorale trouw en hulpvaardigheid.
Degelijk bewerkt waren zijn preeken, die hij in het Duitsch hield, daar Sittard eens deel uitmaakte van Gulik, en de kerk aldaar ook bezocht werd door Duitsche ambtenaren en militairen uit de op Pruisisch gebied gelegen gemeente Saeffelen. Na 1867, toen het ophield te behooren tot den Duitschen Bond, veranderde dit.
Hoefer huwde den 30en Juni 1835 met Catharina Hieff die hem een paar jaar overleefde. Uit dit huwelijk werden twaalf kinderen geboren, waarvan zes den rijperen leeftijd bereikten. Een der zoons, Emanuel Gustav Hoefer, was predikant te Blaricum en Laren 1866-1889 (emer.), overl. 1906.
Zijn portret komt voor bij het hieronder vermelde door een zijner zoons geschreven Ter nagedachtenis.
Van hem zag het licht:
Geschichte der reformirten Gemeinde zu Sittard, Zur 300-jahrigen Feier der ersten Verkündigung des reines Evangeliums. S.h.n.d. (1853).
Litteratuur: F.A. Hoefer, Ter nagedacht. v.P.J.G. Hoefer, in: Jaarboekje der Limburgsche Protestanten-Vereeniging voor 1919, blz. 13-38 (m. portr. en pl.) - Kerkel. Crt. v. 2 Maart 1895 (No. 9).