korte geschrift, dat hier den titel draagt: Den Cleenen Sieckentroost, begrypende de somma van den voorgaenden en houdt tevens nog de andere geschriften van Van Hille in, nl: Sommige Gebeden, die men by den crancken gebruycken mach; verder: Een troostelick Gesanck van de onwtsprekelicke bermherticheyt Godts over ons arme Sondaers, en eindelijk: Een Christelick Sermoen van de ghelucksalicheyt dergener, die in den Heere sterven (Apocal, 14:13). Onjuist is de opgave van Van Doorninck (Verm. en Naaml. Schr., I, 112) omtrent een uitgave te Antwerpen in 1542; waarschijnlijk is dit een andere Siecken-troost, niet van de hand van Van Hille, in 1543 aldaar gedrukt (Coll. of Rariora, no 814; Sepp, Verb. Led., 84).
Nog valt op te merken, dat Van Hille's Ziekentroost niet door eenige synode als officiëel kerkelijk geschrift is aangenomen; ‘de boekdrukkers hebben het eenvoudig achter de liturgie geplaatst en de waardeering die het vond, heeft het op die plaats gehandhaafd’ (Barger). In aansluiting aan de Ziekentroost is later door Dathenus de Christelijcke 't Samenspreckinghe uyt Godes Woort (1585) geschreven.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., IV, 750. - Glasius, Godg. Ned., II, 101, 102. - Reitsma, Herv. en Herv. K., 489, 490. - Ypey en Dermout, Gesch. N.H.K., I, 536, 537. - Werken Marn. Ver., S. I, dl. I, 270; S. III, dl. III, 49, 52. - Hist. Gen., Bijdr. en Med., XII, 212, 213, 224, 226. - St. v. W. en Vr., 1871, 499, 506; 1873, 1175-1196. - Mensinga, Verhand. over de liturg. schr. der N.H. Kerk, 147. - Barger, Ons Kerkboek, 264, 265. - V. Doorninck, Verm. en Naaml. Schr., I, 111, 112. - Janssen, Kerkh. in Vlaand., I, 350. - V. Lennep, C. v.d. Heyden, 167. - Rotterdam i.d. loop der eeuwen. De Ned. Herv. K., 15, 18, 21. - Rott. Kerkbode, 1890, no 31; 1915, no 13. - Bijdr. tot de Oudheidk. en Gesch. v. Zeeuwsch-Vlaand., II, 284, 285. - Knuttel, Verboden boeken, 54. - De Vries, Genève, pépiniaire du Calv. Holl., I, 48, 83, 205. - Reitsma en V. Veen, Acta, II, 322; III, 122. - Alg. Ned. Familieblad, 1895, 132. - Arch. Ned. K.G., II, 119-126; N.S., V, 395. - Nav., 1859, 334. - V. Alphen, N.K. Handb., 1889, Suppl. I, 73; 1909, Bijl., 131. - Boekz., 1723a, 247; 1759b, 380, 381.