Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Hendrik van den Hespel]HESPEL (Hendrik van den), geboren te Dordrecht den 26en Oct. 1742, werd ingeschreven aan de Groningsche academie den 31en Aug. 1765. Na in Oct. 1770 tot proponent bevorderd te zijn door de classis Dordrecht, diende hij eerst als hulpprediker de Amsterdamsche gemeente, en kwam vandaar als predikant te 's-Heerjansland (Sirjansland). Hier werd hij, na den 18en Juli 1775 peremptoir geëxamineerd te zijn in een extra-ordinaire vergadering der classis Zierikzee, waar hij bedankt werd voor zijn ‘fondamenteel en keurig systematisch examen’, den 27 Aug. d.a.v. bevestigd door zijn broeder Florentius v.d. Hespel, pred. te HuisduinenGa naar voetnoot1) (m. 2 Tim. II:15; intr. m. Jes. LV:5). Hij nam afscheid van zijn eerste gemeente den 5en Nov. 1780 (m. Lc. XIX:42a) om te vertrekken naar Ovezande en Driewegen, waar zijne bevestiging den 12en d.a.v. plaats had door Ds. J.L. Lotichius, pred. te Goes (m. Lc. III:5, 6; intr. m. Joh. IV:24). Zijne derde gemeente was West-Souburg, waar hij den 18en Sept. 1785 bevestigd werd door Ds. N. Wittermans, pred. te Ritthem (m. Col. IV:17; intr. m. 1 Tim. I:15a). Te voren (1784) had hij voor een beroeping naar Vrouwenpolder bedankt. Hij bleef te West-Souburg tot hij wegens het ingaan van zijn emeritaat salvo honore den 4en Mei 1807 afscheid preekte (m. Lc. XIX:42). Daarna vestigde hij zich metterwoon te Middelburg, waar hij den 15en Oct. 1828 overleed in vast geloofsvertrouwen op zijn Zaligmaker. Hij was zeer geacht als mensch en als leeraar. Ook na het ingaan van zijn emeritaat sprak hij zich nog meermalen uit door prediking en geschrift. Zijn betoog over Gods bestel in de omwenteling hier te lande behoorde tot die geschriften, waarin de omwenteling geheel uit godsdienstig oogpunt beschermd en verdedigd werd, en die daardoor wellicht hebben meegewerkt om uitspattingen te voorkomen. Als een warm voorstander van Bijbel-, Zending- en Traktaatgenootschap deed v.d. Hespel zich kennen, maar ook in ander opzicht toonde hij een belangstelling, die in 1791 zijne benoeming tot lid van het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen te Vlissingen tengevolge had. | |||||
[pagina 779]
| |||||
Als emeritus was hij scriba van de Zeeuwsche synode te Veere 10-12 Mei 1808. Hij huwde in 1785 met Anna Maria van Nederveen (overl. 6 Oct. 1805). Een zoon uit dit huwelijk was Jan van den Hespel, geb. te W.-Souburg 28 Mrt. 1786, die te Dordrecht later een zeer bekwaam heelmeester was, en schreef over wat men zou kunnen noemen ‘kerkelijke chirurgie’, o.a. over de Zijdewonde, welke onze Zaligmaker aan 't Kruis ontving, ontleed- en zielkundig beschouwd en Ontleedkundige Aanmerkingen over de genezing van het afgehouwen oor v. Malchus.Ga naar voetnoot1) Portretten zijn van hem niet bekend. Van hem verscheen in druk:
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 219. - Hs. Borger. - Nagtglas, Levensber., 2de afl., blz. 375, 376. - Alb. Stud. Gron., k. 219. - Boekz. Jrg. 1791b, blz. 62; jrg. 1799b, blz. 573, 574; jrg. 1820a, blz. 459, 460; jrg. 1829a, blz. 116-118. - N.C. Kist, Neêrland's Bededagen en Biddagsbrieven. I. blz. 507. - Maandbl. v.h. Geneal.-Herald. Gen. ‘De Ned. Leeuw.’ 36ste Jrg. (1918), k. 160. - v. Alphen, N.K. Handb. Jrg. 1909, Bijl. Q, blz. 132, 144, 149. - Knuttel, Cat. Pamfl. VI (1796-1830), No 24819. - Naamreg. 1790-1833, blz. 247. |
|