richtte Ds. v. Herwaarden zich tot een der ouderlingen met de vraag: ‘Broeders! wat zullen wij doen? Wat is hier ten deze gebruikelijk?’ waarop het antwoord luidde: ‘Wij hebben zoo iets nog nooit bijgewoond.’ Toen vouwde Ds. v. Herwaarden de handen tot gebed, maar nog eer hij dit uitspreken kon, sloeg de bliksem in den toren, baande zich een weg in de kerk en trof onder dreunenden donderslag den kansel. De prediker was onmiddellijk dood. Overal in 't ronde openbaarden zich schrik en ontzetting. En door het geheele land baarde de tijding van het gebeurde groot opzien. De weduwe van den getroffene liet op het vernemen van wat gebeurd was haar zoontje, dat zij op haar schoot had, van schrik vallen, tengevolge waarvan het kind (de latere predikant van Diepenveen) levenslang kreupel bleef. Overeenkomstig den wensch der weduwe werd het stoffelijk overschot van haar echtgenoot ter aarde besteld te Fynaart, vanwaar zij afkomstig was. Een vriend, Ds. O.G. Heldring, van Hemmen, voerde bij de begrafenis het woord. Een steen ter gedachtenis is aangebracht in de kerk te Opheusden.
In verband met dit zoo ongewoon verscheiden is het opmerkelijk dat in v. Herwaardens leven en prediking de ‘Leer der laatste Dingen’ zulk een gewichtige plaats innam. Meermalen was hij er ook in zijne droomen mee bezig. Ook bad hij gedurig voor Israëls wederherstelling en toebrenging. Hij was een ijverig en tegelijk voorzichtig pastor. In vroeger jaren had v. Herwaarden het moeilijk; later werd hij naar het tijdelijke ruim gezegend. Zijne ouders overleefden hem. Nog enkele dagen vóór zijn wegneming had zijne bijna tachtigjarige moeder hem bezocht. Hij was gehuwd eerst met Sya Maria Visser; te Fynaart verloor hij haar door den dood en hertrouwde hij met Jennigje van Dis. Uit zijn eerste huwelijk werd geboren Gerrit v. Herwaarden, emer. pred. van Leiden, woonachtig te 's-Gravenhage; uit het tweede, behalve een dochter (Douair. L.P. Quarles van Ufford), een zoon Dirk (overl. als pred. van Diepenveen in 1901).
Van Ds. Adr. v. Herwaarden bestaat een portret, borstb. v. voren, m. witte das. Lith. door C.C.A. Last. Uitg. v. J. v. Hoeve Js. te Gorkum 1856. 4o (vgl. v. Someren, Cat. v. Portr. II, No 2413).
Na zijn dood werden van hem uitgegeven:
Viertal nagelaten leerredenen. Met eene levensschets en eenige merkw. bijzonderheden uit zijne laatste levensdagen. Gorinch. 1855. Gr. 8o. 1ste en 2de dr. - Twaalftal nagelaten leerredenen. Gorinch. 1856. Gr. 8o. M. portr. |
Litteratuur: Boekz. Jrg. 18552, blz. 216, 217, 222, 235. - Alb. Stud. Rh.-Traj., k. 320. - J. de Vletter, Omstandig Verhaal v.d. ontzettende gebeurtenis te Opheusden op den 29 July 1855 (de dood v. Ds. A. v. Herwaarden). Uitgeg. t. vestig. v.e. tijdel. of wel tot eerste bijdr. v.e. blijvend schoolfonds voor minstvermogenden te Opheusden. Wageningen. 1855. - Met een Onweder ten Hemel. Feuilleton in het weekbl. De Geref. Kerk. XXVIe Jrg. (23 en 30 Oct. 1913) No 1307, 1308. - P.A. v. Toorenenbergen, God nam hem weg. Lijkr. bij het verscheiden van Ds. A. v. Herwaarden. Utr. 1855. - Brinkman's Cat. 1850-1882, blz. 516.