Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3

[Hendrik Helligers]

HELLIGERS (Hendrik of Henricus), werd den 5^en Febr. 1713 te Dordrecht geboren. Bevorderd tot proponent voor de classis Dordrecht in 1750, werd hij, na den 6^en Juni 1753 peremptoir geëxamineerd te zijn bij de classis Zaltbommel, den 1^en Juli d.a.v. bevestigd te Zuilichem en Nieuwael door Ds. J.A. Aemilius, pred. te Poederoyen (m. Hebr. XIII:17; intr. m. 1 Sam. XII:23, 24). Vandaar vertrok hij naar Doeveren en Genderen, waar den 31^en Aug. 1755 als zijn bevestiger optrad Ds. H. Schouw, pred. te Heusden (m. Openb. IV:8; intr. m. 2 Cor. V:18; afsch. te Zuilichem 17 Aug. m. Hand. XX:26, 27). In zijn tweede gemeente overleed hij, aan de gevolgen eener beroerte, den 17^en Maart 1782, nalatende eene weduwe en twee kinderen.

Portretten zijn van hem niet bekend.

Van hem zag het licht:

Kort Begrip v.d. Christelyke Lere, volgens de leiding v.d. Heidelb. Catechismus, in het ligt gegeven ten nutte v. alle, die zig tot de kennis v.d. eerste beginzelen der Goddelijke Waarheden begeren te oeffenen enz. 2^de dr. Dord. 1754. 8^o. - Verhandelinge over het onderscheid der kennis van de waarheden van het Euangelium in den Onwedergeboorenen en Wedergeboorenen: Waar in werd aangetoond, dat een onwedergebooren Mensch, nog blyvende in zyn Natuurstaat, de waarheden van het Euangelium

[p. 646]

niet kennen (sic!): zoo, dat hy die kend in haar eigen weezen en gedaante, gelyk ze in waarheid zyn, of gelijk ze van de Wedergeboorenen gekend worden. Gorinchem. 1762. 4^o.

Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 148. - Boekz. Jrg. 1754b, blz. 531; 1762b, blz. 629; 1782a, blz. 455. - v. Alphen, N.K. Handb. Jrg. 1903, Bijl. U, blz. 166.