Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Casimir Albrecht Wilhelmus Hein]HEIN (Casimir Albrecht Wilhelmus), geboren te Almelo in Maart 1725, werd in 1746 voor de classis Deventer bevorderd tot proponent en den 25en Sept. 1747 bevestigd te Almen door Ds. Albr. J. Schluiter, pred. te Zutphen en Inspector der Classis (m. 2 Tim. I:6; intr. m. Jer. I:5b-9). Hij nam afscheid van deze gemeente den 5en Nov. 1775 (m. 2 Joh. vs. 8), en werd den 12en d.a.v. bevestigd te Genemuiden door zijn broeder Ds. C.H. Hein pred. te Meppel (m. Zach. III:7; intr. m. Hand. XVI:9, 10). Vandaar vertrok hij naar Hoogeveen, waar hij den 11en Juli 1779 bevestigd werd wederom door zijn broeder bovengen. (m. Mt. XXVIII:18-20; intr. m. Ps. LXXI:17; afsch. te Genemuiden 4 Juli m. Jer. XVII:16). Te Hoogeveen geraakte hij door zijn optreden in verband met een paar voorvallen, die zich in die gemeente hadden voorgedaan, in moeilijkheden met de Staten van Drente. Ook weigerde hij het afleggen van den eed, bij gen. Staten, den 11en Maart 1788 gearresteerd, om welke reden hij door Drost en Gedeputeerden van zijne bediening ontzet en onbevoegd werd verklaard binnen dit Landschap het predikambt of eenige functiën, direct of indirect daarop betrekking hebbende, voortaan te kunnen waarnemen. Op den Landdag werd door den Drost meegedeeld, dat hem uit informatiën gebleken was, dat de gewezen predikant Hein openlijk van den kansel in de laatste door hem gehouden predikatie, den 28en Sept. 1788, de personen, die tegen hem hadden getuigd, als meineedigen had gebrandmerkt. Daarom werd hij bij resolutie van 24 Maart 1789 door ‘Ridderschap en Eigen Erfdens Staten’ gelast binnen zes weken het Landschapsgebied te verlaten en zich voortaan daarbuiten te houden. Blijkens een ‘Extract uit het Register der Resolutien van de Ed. Mog. Heeren, Drost en Gedeput. Staaten der Landschap Drenthe’ do 21 Aug. 1788 gold hij ‘voor een Persoon, de verderfelijke gevoelens en nieuwigheeden der zogenaamde Patriotten toegedaan’, waarvan hij op den preekstoel veelvuldige blyken had gegeven.Ga naar voetnoot1) Hij overleed te Lochem den 20en Nov. 1794 na een ziekte van tien weken. Hij was gehuwd met Lucina Raedt, die hem met vijf kinderen overleefde en in Drente als predikantweduwe werd bedeeld. Portretten zijn van hem niet bekend. Van hem zag het licht: Echte Opgaave en Verhaal, van de redenen om welken, en de wyze op welke C.A.W. Hein, Predikant op het Hoogeveen, Door Hun Ed., Mog., Drost en Gedeputeerde Staten der Landschap Drenthe, van zijnen dienst ontzet, en hem door Hun Ed. Mog. de Staaten van gemelde Landschap, de inwooning in het zelve is ontzegt: in het licht gegeeven, door bovengenoemden Predikant. Voor den Waarheid Lievenden. Gedrukt in Holland. 1790. 8o. - 's Heeren Geregtigheid, voorgesteld als het verheven onderwerp der vermelding van een Evangeliedienaar. Deventer. 1793. 8o. Litteratuur: Romein, Pred. Drenthe, blz. 189, 190. - Moonen, Pred. in Overyssel, blz. 144. - Boekz. Jrg. 1794b, blz. 732. |
|