Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3

[Casparus Henricus van Heimenberg]

HEIMENBERG (HEYMENBERG) (Casparus Henricus van), middelste zoon van Casparus v. Heimenberg (zie hiervóór) werd den 18^en Nov. 1694 geboren te Kampen. Hij studeerde te Utrecht en te Leiden¹⁾ en werd den 28^en Sept. 1716 aangenomen tot proponent. Den 27^en Mei 1720 peremptoir geëxamineerd door de Classis Edam werd hij den 16^en Juni d.a.v. bevestigd te Middelie door Ds. Winter, pred. te Beemster (m. 2 Cor. V:20; intr. m. Rom. XV:29, 30). Vandaar vertrok hij naar Wormerveer, waar hij den 16^en Nov. 1721 bevestigd werd door zijn vader (m. 1 Tim. IV:16; intr. m. Hoogl. VII:11-13; afsch. te Middelie 9 Nov. m. Neh. XIII:14). Aldaar bleef hij werkzaam totdat hij in 1762 emeritus werd, waarna hij zich te Haarlem vestigde. Hier overleed hij den 27^en Oct. 1764.

Hij was een zeer geleerd man en beoefenaar van de historie. Zijn veelgeroemde leerredenen van talrijke aanteekeningen voorzien, door hem bij verschillende gelegenheden uitgesproken, getuigen daarvan. Ook gaf hij soms voor de werken zijner vrienden rijmen, die echter geen waarde hebben.

De naam zijner echtgenoote is niet bewaard gebleven.

Portretten zijn van hem niet bekend.

In 1717 maakte hij een grafschrift op Lucas van der Meer, pred. te Kampen.

Voorts schreef hij:

's Vaders Jubilé door een zoon geviert, of Kerkreden over Godes bestel en voorzorg, omtrent het werk, en de tydt des dienstes der Leviten, beschreven in Mozes IV Boek, VIII Hftst. vs. 23-26. By gelegenheit v.d. vyftigjarigen predikdienst v. Casparus Heimenberg Joh. zn. thans oudt-Leraer in de Geref. Gem. te Kampen, en aldaer uitgesproken op den eersten dagh in Zomermaent des jaers 1731. Amst. 1731. 4^o. - Wagen Israëls en zyne Ruiteren; of de Wonderbaare Hemelvaart v. Elias, met den beweeglyken uitroep, en de droefheit v. Elisa: in ene Kerkreden over het 2 Boek der Kon. II.11, 12. Kortelyk opgeheldert en overgenomen by gelegenheit v. de doot v. zynen nu Zaligen Vader Casparus v. Heimenberg, Joh. zoon in leven oud Leeraar in de Gemeente te Kampen - ald. uitgespr. den 14 in Lentemaand des jaars 1734. Amst. 1734. 4^o. - Hoofdtsomme der Waarheden, die het Gereformeert Christendom belydt, als noodzakelyk om te weten, te geloven, en te betrachten tot Zaligheit, met een Kort Begrip der zelve, ter handtleiding voor den zulken, die begeren tot het gebruik v. 's Heren Avondtmaal töegelaaten te worden: ten dienste zyner Leerlingen opgestelt. Amst. (1736). 8^o. - Wormerveers Kerk-Jubilé, in drie Leerr. behelzende I. Een Voorbereidings-Predikaatsie tot dien aanstaanden Gedenkdagh, de Vastigheit en Hoogheit v.h. nieuwe Zion over Jes. II:1, 2a. II. Voormiddags Predikaatsie op dien dagh, de Toevloed der Heidenen tot des Heren Berg en Huis; of het nieuwe Volk v.h. nieuwe Zion: over Jes II, 2b en vs. 3. III. Namiddags Leerreden, Godts gunstige verhoring v. Koning Salomons Gebedt, gedaan by de Inwying v. Zynen volbouwden Tempel

1) Zijn naam komt echter in het Alb. Stud. Rh.-Traj., noch in het Alb. Stud. L.B. voor.

[p. 617]

over 1 Kon. IX.3, vergeleken met 2 Chron. VII.12, 15, 16. Amst. 1739. 4^o. - Onderzoek over den Perel-Koophandel in het Koninkryk der Hemelen. N^o XVII in Dl. IX der Acad. e.a.: Verhand. inhoudende vele Aanmerkenswaardige Stoffen over verscheide plaatzen der H. Schrift enz. opgestelt door verscheidene Geleerde Mannen, Professoren, Predikanten, enz. voornamelijk in Duitschlandt en Nederland. (Zie: Boekz. Jrg. 1740b, blz. 331, 332). - Pharaoos Droom, volgens Josephus Verklaringe, in Egyptens Zevenjarige Overvloedt, en zo langdurenden Hongersnoodt, door God vervult, in XVIII. Leerredenen over Gen. XLI-XLVII. Mitsgaders Hongersnoodt en Oorlog aan Jerusalem en Juda bedreigt, in twe Predikatien over Ezech. IV.9-17 en Jes. VII.17-20, alle na tydts gelegenheit verhandelt. Leid. 1742. 4^o. - De Vastigheit en Cieraad der Kerke, over Hoogliedt Hfdst. I. vs. 17 ter Bevestig. v.d. Eerw. Heer Joannes Ratelband, in den H. Predikdienst te Koog, den 7 v. Sprokkelmaandt des Jaars 1745. Amst. 1745. 4^o. - Vrienden raadt tot Wysheit; door de Opperste Wysheit en derzelver Dienaren, op het lieflykste voorgestelt, en met overtuiginge van de zekerheit der Waarheit krachtig aangedrongen: of Leerreden, over Salomons Spreuke XXII.17-21. Ter Gedagtenisse der vijf en twintig jarige Predikdienst in zyne Gemeente te Wormerveer, en voor dezelve uytgesproken den 20 v. Slagmaendt 1746. Westzaandam. 1747. 4^o. - Het Eeuwgetijde van Nederlandts Vryheit, door de Heeren, die wel eer over het zelve geheerst hebben, ten vollen erkent in de Munstersche Vredehandeling; en door den Heere onzen God tot hier toe bewaart by Vryheidt en Godtsdienst. den 13den Maart 1748. Zynde een Dank-, Vast- en Bededag, uit last der Hoge Overigheidt, ter Gedachtenisse v. des Heeren Name, aan zyne Gemeente kort voorgestelt, over Jes. XXVI.13. Westzaandam. 1748. 4^o. - Vrede- en Boetbazuin, geblazen in een Voor- en Namiddag-Predikaatsie op den Dank- en Bededag over den vreede te Aken gesloten op den 18 v. Wynmaandt des jaars 1748 en gevierdt den 11 v. Zomermaand 1749 in twee Kerkredenen over Ps. XXXIX en 2 Kon. XXII vs. 15 tot 20. Haarl. 1749. 4^o. - Laatste Eerbewyzingen v. gantsch Juda aan Koning Jehiskia, en erflyke opvolging v. Manasse in 's Vaders plaatze, over 2 Chron. XXXII:33. Toegepast op de plegtige Begravenisse v. zyn Doorlugtige Hoogheit Willem Karel Hendrik Friso, Prins v. Oranje en Vorst v. Nassau, enz. enz. enz. Erfstadhouder, Kapitein en Admiraal-Generaal der Vereen. Nederlanden enz. enz. enz. en opvolging v. Zyn Doorl. Hoogh., Willem de V. als Erfprins, en Erfstadhouder enz. enz. enz. Op den 6 Febr. 1752, zynde de twede dag na de Begravinge, aan zyne Gemeente te Wormerveer voorgesteld. Amst. 1752. 4^o. - Voorzegginge der Teekenen, die den geloovigen zullen volgen uit Marc. XVI:17, 18. Tweede Verhand. 3^de st. Dl. X. in: Bundel v. Godgel. Oudheid-, Geschied- en Letterk. Oeffeningen over uitgelezene stoffen. Amst. 1762. - De zekerheid der Waarheid dat Jesus is de Christus, de Heere en Gods Zoon bewezen door onwraakbaare Oog- en Oorgetuigen, volgens 2 Petr. I:16-18. Tweede Verhand. 4^de st. als boven. Amst. 1762. - Tweede Verhandel. over 2 Petr. I:17. Eerste Verhand. 5^de st. Dl. X als boven. Amst. 1762. - Korte Aanmerkingen over Ps. CXXXVI, vergeleeken m.d. voorgaanden. Tweede Verhand. 6^de st. Dl. X als boven. Amst. 1762. - Predikatie over Num. VIII:23-26. N^o 3 in: Bundel v. IV Jubel- en Huwelijks Leerred. Amst. - Predikatie over 2 Kon. II:11, 12, N^o 3 in: Bundel v. VII Lykredenen. Amst. - De Maatsch. der Ned. Letterk. te Leiden bezit een van hem in druk verschenen bruiloftsvers uit 1716. 4^o. (Cat. Letterk. I, k. 541).

[p. 618]

Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 125, 126. - Boekz. Jrg. 1764b, blz. 663-665. - Geneal. en Herald. Bladen. Maandbl. voor Geslacht-, Wapen- en Zegelkunde (red. Jhr. Mr. E.B.F.F. Wittert v. Hoogland). 2^de Jrg. (1907), blz. 11, 321-326. - v.d. Aa, Wdb. Ned. Dicht. II, blz. 213.