[Johannes Haselbeeck]
HASELBEECK (HASELBEEK, -BEKE, HASENBEEK, -KIUS) (Johannes) werd als candidaat bevestigd te Tolbert en Midwolda den 25en Maart 1616; vandaar vertrok hij naar Midsland op Terschelling waar hij in Nov. 1621 bevestigd werd. In 1633 werd hij veldprediker; den 10en Juni 1638 beriep zijn eerste gemeente hem weer als van Terschelling. Hij bleef te Tolbert tot zijn overlijden den 11en Maart 1655.
Een kleinzoon van hem was vermoedelijk Johannes Haselbeeck, overl. als pred. te Heveskes den 6en Nov. 1700. Portretten zijn van hem niet bekend.
Van hem zag het licht:
Metamorphosis Christiana, d.i. Schriftuerlycke ende waerachtighe Veranderinghe, poëetsche wyse ghestelt. Amst. 1633. 4o. (2 dln.). |
Litteratuur: Brucherus, Gedenkb., blz. 200. - Sepp, Uit het Pred. leven, blz. 117. - Reitsma en v. Veen, Acta. VII (reg.). - Catal. Letterk. I, k. 335. - Aangevuld door mededeelingen van den Heer W.M.C. Regt.