2 Tim. II:19; afsch. te Enkhuizen 16 Sept. m. Mt. XIII:23); Arnhem (bev. 16 Nov. 1823 d. Ds. W. Overduyn, pred. ald., m. 2 Cor. 1:24b; intr. m. Col. I:27b; afsch. te Middelburg 26 Oct. m. Ps. CXXXVIII:8). Na vierjarigen dienst te Arnhem zag hij zich genoopt wegens voortdurende lichaamszwakte emeritaat aantevragen, dat hem in 1827 werd verleend. Den 28en Jan. 1831 overleed hij te Arnhem aan een borstkwaal. Hij was een geleerd man, die, ten voorbeeld voor zeer velen, zich vooral door zachtmoedigheid kenmerkte.
Hij was gehuwd met Johanna Danckerts, die hem overleefde.
Portretten zijn van hem niet bekend.
Van hem zag het licht:
Dissertatio exegetica de nonnullis actuum Apostolicorum et epistolarum Paulinarum ad Historiam Pauli pertinentibus locis. Lugd. Bat. 1806. 8o. Van deze dissert. verscheen een vertal. in druk. |
Litteratuur: Alb. Stud. L.B. k. 1188, 1192. - Boekz. Jrg. 1831a, blz. 355, 356. - M.H.A. v.d. Valk, Kerkel. Oud-Beyerland, blz. 55-57.