zynde een Byvoegzel of vervolg der verhandeling genaamd de Betrekkelyke Staatsverandering der Uitverkoorenen, noch eene en andere zaak behandelende, met eene wat uitgebreide voorreede. Leiden. 1769. 8o. - Vraagen, ten aanzien der nieuwe gedachten over de Middelen ter verkryging van den Geestelyken Smaak, aan de Heeren, door welke dezelve in Geschrifte zijn voorgedraagen, of ook verder omhelst worden, gedaan, met vriendelyk verzoek van een duidelyk antwoord, ter nadere ontwikkeling van hun eigentlyk gevoelen, in: Boekz. Jrg. 1775a. blz. 457-459 (vgl. ook Boekz. id., blz. 601, 602; jrg. 1777a, blz. 72.). - Vraagen, welke de ondergeschreeven de vryheid neemt, den Wel-Eerw. Heer D. Kleman, en zyne Medestanderen, voor te stellen, als welker duidelyke beantwoording een korte weg zoude kunnen zyn, om het niet alzins wel begreepen worden, daar men van klaagt, ten opzicht der voornaamste zaaken, een einde te doen neemen, en nader te doen zien, wat men van hun aankleeven aan de Leer der waare Hervormde Kerke, waar mede zy betuigen het eens te zijn, te oordeelen hebbe in: Boekz. Jrg. 1776a, blz. 426-429). - Beantwoording van zes Vragen, welke volgens de beginselen en denkwyze v.d. Wel-Eerw. Zg. Heere J.E. Voet is ontworpen, uit liefde tot Waarheid en Christelyke vreede kortelyk overwoogen, met eenige bedenkingen aangaande sommige begrippen v.
welgemelden Heer en met aanmerkingen omtrent zulke Wysgeerige stellingen, waar op 't wel het meest ter afdoening der zaaken, wat het Philosophische betreft, zal aankomen. Leiden. 1777 8o. - Byzondere uitlegging van alle de Bewoordingen in 't gebed des Heeren; met aanwyzing hoe elke uitdrukking behalven dat ze alle de Geloovigen des N. Testaments in 't gemeen betreft, ook daarby in zich bevat hier opgegeeven Byzonderheden, meest de Discipelen en Apostelen van Christus aangaande; en hoe men deeze, teffens met den gemeenen zin, die ook in den Heidelb. Catechismus gemeld, en elders breeder behandeld wordt, in eene voegzame orde kan voordragen. Zynde een Ontwerp eener veelzins nieuwe Verklaaringswyze van het volmaakst Gebed in 't gemelde opzicht; ter nadere beantwoording aan 't hoogstwys bedoelde des grooten Leermeesters ingericht. Hier achter is een kort Byvoegsel aangaande de Nederduitsche Taal. Leiden. 1780. gr. 8o. (vgl. Boekz. Jrg. 1781a, blz. 61; b., blz. 155-161).
Dat S. v. Hardeveld ook gedichten maakte blijkt behalve uit zijn dichtstukje bij de lijkrede over Amos VIII:9 uit zijn:
Klinkdicht op het hoge Huwelyk v. Zyne Doorlucht. Hoogheid Willem den V Prince v. Oranje en Nassau, Erfstadhouder, Capitein en Admiraal Generaal der Vereen. Nederlanden enz. enz. enz. en Haare Koningklyke Hoogheid, Frederica Sophia Wilhelmina, Princes v. Pruisen enz. enz. enz. Leiden. 1767. in plano.
Litteratuur: V.d, Aa, Biogr. Wab., VI, blz. 55. - Alb. Stud. L.B., kol. 1160. - Boekz., Jrg. 1758a, blz. 619-633; jrg. 1777b, blz. 280-289; jrg. 1781b, blz. 155-161. - Brans, Pred. Z. Holl., blz. 64.