Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Anthonie van Hardeveld]HARDEVELD (HARDEVELDT; ook genaamd: HARTENVELT) (Anthonie van)Ga naar voetnoot1) werd als proponent den 7en Dec. 1721 bevestigd te Eethen en Drongelen door Ds. Tilemannus Walraven, pred. te Heusden. Den 21en Maart 1723 nam hij er afscheid (m. Jerem. XVII:16), waarna den 11en April zijn bevestiging plaats had te Wijk bij Heusden. In het najaar van 1776 emeritus verklaard overleed hij den 11en Juni 1777. Hij is bekend geworden door zijn geschriften en door zijn niet zonder invloed gebleven pogingen, om niet zoozeer een kerkelijke samensmelting, als wel een verbroedering te bewerken tusschen Lutherschen en Gereformeerden. Aanleiding hiertoe was dat in die dagen ernstig ter sprake was gebracht een mogelijke vereeniging tusschen Roomschen en Protestanten. Deze achtte hij evenwel onmogelijk. Hij hield in 1757 een Preek over Ps. CXLIV:9, 10 naar aanleiding van den slag 5 Nov. 1757, waarbij de Pruisen en de Engelschen wonnen, 5 Dec. van dat jaar een preek over Ps. XVIII:47-51 naar aanleiding van den slag bij Breslau en in Oct. 1769 een over Zach. X; 11 naar aanleiding van de overwinning door de Russen op de Turken behaald. Hij had drie zonen, die predikant zijn geworden, van wie een hierna volgt; de oudste was Johannes Antonius van Hardeveld, overl. 30 Oct. 1759 als pred. te | ||
[pagina 511]
| ||
Aalburg en Heesbeen, de tweede Carel Willem v.H., ruim 80 jaar oud overl. 1 Oct. 1819 als pred. te Made en Drimmelen, waar hij 7 Dec. 1777 als cand. was gekomen. Alegonda Klara, dochter van Anth. v.H., beoefende de dichtkunst blijkens een grafschrift door haar vervaardigd op de Gouvernante Anna, in 1759 overleden. Portretten zijn van hem niet bekend. Van hem verscheen in druk: Dankreden wegens een Genadige verlossing uit zware krankheit, bij zelfs ondervinding de gemeente te Wijk voorgestelt. Gorinch. 1720. 8o. - Absalons Pylaar vergeestelykt, met eenige Gezangen. Gorinch. 1732. 8o. Herdr. 1746. 8o. - De ontdekte wolf in den Pot ofte historische Saamenspraak van een Predikant met een Christen. Over de Vermaarde Profeetsie van Paus Benedictus XIII op den beruchten Sacramentsdag van 1734 en bij deezen gelegenheidt over de Gereformeerde Religie, het onderscheidt der tegenwoordige Roomschen en Paapschen enz. Utrecht, 1735. 4o. - Verklaring over den LXXXIX Psalm. Utr. 1735. 4o. - De verspiede vos in den wijngaard. Utr. 1755. 4o. - Vriendelijk Buurpraatje gehouden tussen drie buuren. Dordr. 1739. - Noodige Verdediging tegen de ongegronde en spotagtige Aanmerkingen van Th. de Hartog. Dordr. 1740 8o. - De verbaasde en erbarmelyke vlucht der inwoonders des landts van Heusden, wegens de laatste overstrooming, vertoont in eene predikatie. Dordr. 1741. 4o. - De Kerk Gereformeert in Zeeden, met een kort berigt van de Kerkform der zoogenaamde Hernhutters. Dordr. 1741. 4o. - De Kerk Gereformeert in Zeden, daar men in uitgebeeld ziet, onder den Persoon v. Judas en Nathanaël, eenen Geveinsden en Opregten Christen, met betrekkinge op allerly Staats- en Stands-persoonen. Waar by ook getoond wordt, in hoe verre Al en Niet de waare Leden van de waare Kerk te kennen zyn; aangelegt, met Gods zegen, zo tot eene algemeene verbeteringe, als tot eene rust en vrede in Kerk en Politie, by wyze van Zamenspraak tusschen een Predikant en een Christen. Amsterd. 1741. 4o. - De Huyspredikant of Noachs Voorbeeld. Leiden 1742. 4o. - Het Schip van Staat, genaamt Prudentia ofte Voorzigtigheid om van alle regte gronden van Staat, zoo in Oorlog als Vrede, recht te oordeelen, met byzondere toepassing op het Verenigt Nederland in deeze dagen; kortelyk ontworpen tot nut en dienst van alle ware Patriotten. Leiden. 1744. 4o. - De Joodsche Republyk, in der zelver opkomst en ondergang, ten spiegel v. Neerlandts Gemeenebest vertoont, alles, met een byzonder oogmerk op dezen tegenwoordigen tyd toegepast in een bededags predicatie uit Zephanja I. vs. 2 waar by komt een Voorber. vertoonende de voorn. redenen v.h. veeltydts lang prediken der Nederd. Leeraren. Leyden. 1745. 4o. - Huys-predikant tot dienst v. alle Christelyke huysgezinnen, in een leerreden uyt Hebr. II vs. 7. Leiden. 1746. 4o. - Kerkelijk pleidoy; vertonende op eene bescheidene wyze, de onpartydige Redenen, waarom de Gereformeerden hunne Vereniging met met de Ev. Lutherschen, en niet met de Roomschen konnen zoeken; gesterkt, zo met Historische, Theologische, als mede andere Polityke bewyzen, ten dienste van den Roomschen Schryver, den Heere L. Zeelander, waar by de onpartydige middelen eener nadere vereeniging, tusschen de Gereformeerden en Lutherschen onderscheidenlyk worden opgegeven, zoowel, als de wezenlyke verschillen, tusschen beide, tot wegneming van vele ongunstige veroordelen der broederen in den grond beschouwt worden. Men vindt hier ook een Bewerp, hoe zelfs ene plechtige Correspondentie, tusschen de Protestantsche Kerken in Nederlandt, zoude konnen gehouden worden. Alles ten gemenen | ||
[pagina 512]
| ||
nutte v.h. Protestantendom, onder Godts Zegen aangelegd. Opgedragen aan de Ed. Mog. Heren, Commissarissen Polityk der beide Synoden v. Z. en N. Hollandt. Amsterd. 1747. 4o. - De zuyvere genade weg van God in Zyn Heyligdom, betreffende het weezen der waaragtige bekeeringe des menschen enz. Utr. 1750. 4o. - Antwoord op die deelen v.h. eerste pleitgeding v. Ds. Ger. Kuypers, betreffende de Brieven v.d. Heer Brocades, ten anderen des schryvers oogmerk in zyn boekje genaamt de zuyvere genade weg v. Godt in Zyn Heyligdom enz. tot rust en vrede der Kerke, en behoudenis der broederlyke liefde. Leiden. 1752. 4o. - Geestelyken Oorlog. Met verv. 2 st. Amst. 1752. 8o. - Onpartydig Oordeel. Amst. 1755. 8o. - Zamenspraak en Gedachten van Zwaar-hoofd, Ligt-hoofd en Kloek-hart, over het Criticq gestel der zaken v. Europa. Benevens den Pruissischen Oorlog, tot nut en dienst van alle Protestantsche Patriotten. Amst. 1756. - Kerkelyk pleidoy wegens de vereeniging der Gereformeerden, Lutherschen en Roomschen, met een bewerp van correspondentie tusschen de Protestantsche Kerken in Nederland, opgedragen aan de Ed. Mog. Commiss. Politiek der beide Synoden v. Z. Holland. Amst. 1755. 4o. - Gedachten v. Swaar-Hoofd, Ligt-Hoofd en Kloek-Hart, over het criticq gestel der zaken v. Europa. Benevens den Pruisischen Oorlog. Tot nut en dienst v. alle Protestantsche Patriotten. Amst. 1758. 4o. - Historisch Vertoog betreffende de verscheidene Crisissen of de gevaarlijke tijdsgewrichten, in welke zich het Protestantendom, 't zedert keizer Karel den Ve tot op dezen tijd bevonden heeft, alsmede de tien groote vervolgingen v.d. Apostolisch-Catholyken enz. Opgedragen aan de Hoog Eerw. Theol. Faculteit in de Holl. Universiteit te Leiden. Amst. 1759.Ga naar voetnoot1). - Romen in brand, Wegens den Portugieschen Oorlog, met den Paus en de Jezuiten, Verhandelt in een Zamenspraak tusschen een Protestant, Papist en Roomschen. Waar by men vind eene naauwkeurige vergelyking van Christus en den Roomschen Paus, Beneffens de Beruchte Prophetie v. den Aarts-Bisschop v. Dublin, aangaande de Jezuiten v. den Jaare 1558. Voorts worden hier, Ignatius Lojola in het Zwart, en Cornelius Janssenius in het Wit verbeeld. Ten gemeenen nutte v. alle waare Catholyke Christenen. Amst. 1763 gr. 8o. - Vervolg der Zamenspraak van Romen in Brand, tusschen een Protestant, Papist en Roomschen, wegens het Bannissement der Jesuiten, niet alleen uit Portugal, maar uit Spanje, met zekere verlichte Secte aldaar, zo wel als uit Napels, Sicilien, Parma, neffens den aankleve van dien. Waar by komt de eigenaardige Beschryving van de Monarchy der Solipsen, als ook het juiste Character van den Generaal derzelve Romen resideerende. Voorts de nadere Vervulling van de doorluchte Prophetie des Aarts-Bisschops van Dublin, omtrent de Jesuiten, in den jare 1558 gedaan; met de begroting des aantals van dezelven in 't geheel, als byzonder van Polen, en hun Paspoort, opgemaakt uit den naam van Jesuiten, enz. Alles ten gemeene onderrichting en nutte van alle ware Catholyke Christenen. 1768. - Vriendelyk onderricht aan de Christen waereld in Rijm vervat by Gelegenheid des beruchten Belisarius v.d. Heere Marmontel, Romansgewys Beschreeven. Leyden. 1769. 4o. - Bulla in Coena Domini v. Paus Leo X. Amst. 1769. - Politie v.h. Pausdom in Engeland. 8o. - Eene volledige Historie der zo genaamde Pietisten; aangaande derzelver opkomst, voortgang en uiteinde van beide de Protestantsche Hooft-Kerken, in Duitschland en Zwitserland, veroordeeld, strekkende, zo ten | ||
[pagina 513]
| ||
spiegel der waare Gereformeerde Kerke in Nederland, als ten byzondere narigt van alle opregte Godvruchtigen, in deeze dagen zo nodig voor zuivere Waerheid en zuivere Godsvrucht, als voor de Heilige Vrede van Gods Kerk. Leiden. 1770. 8o. Van hem bestaat ook een gedicht:
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 54, 55. - Glasius, Godg. Ned. II, blz. 24, 25; III, blz. 662. - Ypey en Dermout, Gesch. N.H.K. III, blz. 272; Aant. blz. 132. - Ypey, Chr. Kerk 18e e. IV, blz. 109. - Sepp, Pol. en Ir. Theol., blz. 153. - Boekzaal. Jrg. 1761b, blz. 173-185. |
|