Hij huwde in 1713 met Sara Strype, uit Holland, die hem overleefde. Uit dit huwelijk werden geboren twee zonen (van wie de oudste in 1781 nog proponent was) en een dochter (gehuwd met Pieter Michiel de Lichte, apotheker en rijmelaar te Middelburg). Portretten zijn van hem niet bekend.
Van Hanapier zag het licht:
Leerreden over Jerusalems Gebouw, Gods-dienst, Gerichte, en Vrede, uyt Ps. CXXII vs. 3-6, ter opening v.d. Syn. v. Z.-Holland. Met twee bygev. Predikatien over 1 Petr. I vs. 22 en over Judas vs. 22. Middelb. 1746. 4o. |
Ook gaf hij uit: Trouwhartige Brief, ter onderrichtinge, bemoediginge en opwekwekkinge aan een duisteren, dodigen, kleinmoedigen, en onder de kracht der inwonende zonde worstelenden. Geschreven door D. Wilh. à Brakel, in leven Bedien. des Godd. Woordts te Rotterdam. Met een voorreden over de begenadigde kracht- en machteloosheit, om alleen uit het Grondbeginzel des Geestelyken Levens, zonder den gedurigen invloedt des bewerkingen van Christus' Geest, recht geestelyk werkzaam te zyn, enz. 8o.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 47, 48. - Nagtglas, Levensber. I, blz. 329, 330. - Voorr. v. Prof. Jac. Willemsen voor: P. Immens, De Godvruchtige Avondmaalganger; hieraan ontleende H.J. Koenen zijn levensschets van Hanapier in De Vereeniging: Chr. Stemmen. I D. (Amst. 1856), blz. 22-34. - Alb. Stud. L.B., k. 801. - Boekz. Jrg. 1751a, blz. 701. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb. III, k. 541, 542.