Zijn inwijdingsrede over Ps. XCVI:7, 8, hieronder genoemd, munt uit door gezwollenheid en valsch vernuft.
Het was zijn wensch dat na zijn dood geen levensbeschrijving van hem in de Boekzaal zou geplaatst worden.
Portretten zijn van hem niet bekend.
Hij was gehuwd met Magdalena Verboom (overl. 1771) en vader van David Leonard v.d. Hammen (overl. 24 Dec. 1804 als pred. van Rhijnsaterwoude), van Samuel Christiaan v.d. H. (overl. 14 Maart 1812 als pred. van Nijkerk), en vermoedelijk ook van Jacobus Henricus v.d. H. (overl. 5 Febr. 1785 als pred. van Huisduinen, nog geen vol jaar predikant zijnde).
Van hem zag het licht:
Neerlands Liefderykheid, aangetoond in twee Leerredenen, uitgespr. ter geleg. v.d. plegtige Inwydinge v.d. Nieuwgebouwde Kerk te Groot-Schermer, op den 26 Juny 1763 des voorm. over Ps. XCVI:7, 8. (De tweede Leerr. is van M. Verboom, pred. te Edam). |
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 47. - Alb. Stud. L.-B., k. 1008. - Boekz. Jrg. 1763b, blz. 96. - v. Alphen. N.K. Handb. Jrg. 1908, Bijl. P, blz. 115. - Sincerus, Kanselontluistering, blz. 142-145.