Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3

[Ages Haitsma]

HAITSMA (HAYTSMA) (Ages of Aggaues), zoon van Johannes Haitsma, lid van de vroedschap en meermalen regeerend burgemeester der stad Franeker, werd aldaar geboren in 1722; hij studeerde er ook en verdedigde er in 1744 een Dissertatio (zie onder). Daarna zette hij zijne studiën nog voort te Leiden (ingeschreven 9 Sept. 1745), om er het onderwijs van den hoogleeraar Schultens te ontvangen.

Proponent geworden te Franeker den 23^en April 1747, werd hij den 5^en Sept. 1748 bevestigd als predikant te Wier door Ds. Siricius Arnoldi en Ds. Ger. Cuperus, resp. predikanten te Annakerk (St. Annaparochie) en Belkum (Berlikum) (teksten: resp. Zach. III:6, 7; Jac. I:21); den d.a.v. Zondag intr. (m. 2 Cor. IV:1, 2). Hij bleef er tien jaren; 10 Sept. 1758 preekte hij afscheid (m. 1 Petr. V:10, 11), en deed den 17^en d.a.v. intrede te Midlum (m. Rom. XV:29, 30)¹⁾. Aldaar overleed hij den 3^en Juli 1784, na een pijnlijke ziekte van enkele dagen.

Den 15^en Maart 1773 had zijne bevordering tot Theol. Doctor plaats te Franeker na verdediging van een Specimen (zie onder). Hij behoorde tot die kundige predikanten, die waarlijk theoloog mochten heeten. Daarvan getuigen zijn commentaren op een paar boeken van den Pentateuch en op Jeremia. Van zijn kennis der Oostersche talen, inzonderheid van het Arabisch en Hebreeuwsch geeft ook blijk zijn vertaling van het gedicht van Ibn. Doreid. Hij was ongehuwd. Evenals hijzelf werd blijkens den grafsteen ook zijn zuster te Midlum begraven.

Portretten zijn van hem onbekend.

Van hem zag het licht:

Dissertatio de Auleo Adyti Tabern. Levit. ejusque ratione Liter. et Mysterio. Fran. 1744. 4^o. - Curae philologico-exegeticae in Genesin. Fran. 1753. 4^o. Herdr. Haarl. 1766. 4^o. - Commentarius in Librum Sacrum Exodum. Fran. 1756. 4^o. Herdr. ald. 1771. 4^o. - Twee Leerredenen over Ps. LXXXVII en XXIV, op twee byzonderen Inwyingen, naamentl. v.e. nieuw orgel, en eenen nieuwen Leeraar, in twee byzondere Kerkgemeentens v. Friesl., uitgespr.. en met tal v. aanteek. vermeerdert, in het licht gegeven. Fran. 1768. 4^o.²⁾ - Exercitationes selectac in Jeremiam ... Franeq. 1769.³⁾ - Specimen observationum Miscellanearum, ad textum Hebraeum sacri codicis, ex Poëmatii Doreidaei, scholiorumque Arabic. loquutionibus. (Acad. proefschr. 1773.) - Poemation Ibn Doreïdi, cum scholiis Arabicis excerptis. Edidit Aggaeus Haitsma. Franeq. 1773. 4^o. - Meditationes in Psalmum LXVIII. Acc. mantissima comparat. Ps. etc. Franeq. 1782.

1) Bevestiger en tekst niet vermeld.

2) Vgl Boekzaal, Jrg. 1768a, blz. 639-646.

3) De Approbatie in ('t Latijn) door G. Harkenroht en G. van Velzen.

[p. 455]

Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 27. - Alb. Stud. L.B. kol. 1007. - Boekzaal. Jrg. 1784a, blz. 134-136. - Greydanus, Pred. Cl. Franeker, blz. 75. - Laurman, Pred. Cl. Leeuw., blz. 62. - Romein, Pred. Friesl., blz. 100, 202. - Steenstra, Oudheidk. Aanteek. v. Franekeradeel, blz. 29. - 22^ste Verslag der Hand. v.h. Friesch Gen. v. Gesch.-Oudh. en Taalk. uitgebr. in de verg. v.d. 4 Juli 1850, blz. 331. - Cuperus, Kerk. leven Friesl., blz. 90, 209. - N.G. v. Kampen, Bekn. Gesch. der Lett. en Wetensch in de Ned. III, blz. 177, 178. - Nav. IX (1859), blz. 203, 353, 383.