Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Nollius Hajonides]HAJONIDES (Nollius), geboren te Bolsward den 3en Dec. 1634, werd ingeschreven als stud. te Franeker, den 20en Nov. 1649, keerde als cand. van daar met attestatie do 29 Juli 1654 te Bolsward terug, en werd rector der Latijnsche Scholen aldaar. Hij werd beroepen te Berlikum (destijds onder de classis Franeker) tegelijk met Jac. Buma, rector te Franeker, die door een andere partij werd aangewezen. Eerstgen. beroeping werd door de classis geapprobeerd; aan de andere zijde appelleerde men op de Deputaten der Synode en vervolgens op de Gedeputeerde Staten, die de uitspraak der classis handhaafden bij resolutie van 1 Juli 1658. De Deputaten der Synode hadden bij besluit van 1 April Hajonides aangesteld om den dienst bij provisie waar te nemen. Hij werd in zijn ambt bevestigd den 1en Aug. 1658 door Ds. G. Bethelius en Ds. P. Horreus, resp. predikanten te Wier en Anna Parochie, en werd den 2en Aug. lid der classis. Den 8en d.a.v. deed hij intrede. In 1664 was hij Deputaat der Synode. Hij vertrok van Berlikum naar Emden, waar hij den 11en Nov. 1666Ga naar voetnoot1) bevestigd werd en den 19en Febr. 1671 overleed. Hij werd begraven in het koor der Groote kerk aldaar, de gewone rustplaats der Emder predikanten. Hij huwde in 1656 te Bolsward met Auckjen Claeses, na haar overlijden den 15en Juni 1661, hertrouwde hij in 1664 met Anna Schotanus van Rinckema, dochter van Wilh. Sch. v. R., emer. pred. van Amsterdam, te Sneek. Een zoon uit zijn eerste huwelijk overleefde hem; deze, Gaius H., was ook predikant te Berlikum (1686-1708). N. Hajonides stond in familiebetrekking tot Gijsbert Japiks; en ook hij was een kundig taalgeleerde. Een portret is van hem niet bekend. Uit het Engelsch vertaalde hij Twaalf Boetpredikatien. Bolsw. 1659; 2e dr. 1663. Samuel van Haringhouck, boekverkooper en -drukker te Bolsward, droeg zijn vertaling van A. Hildersam, Leere v. vasten, bidden een vernedering v.d. zonde in acht aaneenv. Predikatien enz. in 1659 verschenen, uithoofde van bovengen. arbeid aan Hajonides op. Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 27, 28. - P. Nota, Twee Leerred. (Franek. 1781), blz. 126, 130. - J. Halbertsma, Hulde aan Gysb. Japiks bewezen, in de St. Martini Kerk te Bolsw. op den 7 Julij 1823. 2e st., blz. 375. - N. Friesche Volksalmanak v.h. jaar 1861, 9e jrg., blz. 46. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb. IV, kol. 702. - Laurman, Pred. Cl. Leeuw., blz. 63, 64. - Romein, Pred. Friesland, blz. 95. - v. Veen, Aanv. en Verb. v. Romein, blz. 11. - Meiners, Oostvrieschl. K.G. II, blz. 520. - J.L. Harkenroht, Emdens Herder Staf, blz. 44, 45. |
|