Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Willem Jacob de Haas]HAAS (Willem Jacob de) werd den 15en Jan. 1853 geboren te Amsterdam als zoon van Willem de Haas, ouderling bij de Chr. Afgescheiden Kerk aldaar, waaraan deze zich later onttrok, en Aaltje Prins. Hij werd opgevoed in de Gereformeerde leer, bezocht een der eerste Christelijke scholen van zijn vaderstad en ontving catechetisch onderwijs van Dr. A. Kuyper, destijds predikant bij de Ned. Herv. Gem. te Amsterdam. In overleg met dezen werd hij naar Kampen gezonden om naar den tijdelijk gedoofden, maar weer bij hem opgekomen wensch van zijn hart voor predikant te worden opgeleid. De docent S. van Velzen droeg veel bij tot zijne | |
[pagina 432]
| |
vorming. Candidaat geworden in Sept. 1878 deed hij 1 Dec. d.a.v. intrede bij de Chr. Geref. Gemeente te Breukelen. Zijn tweede gemeente was Haarlemmermeer, waar hij 12 Dec. 1880 intrede deed (m. 2 Cor. IV:7) na bevestigd te zijn door den consulent Ds. P. Kapteyn, pred. te Amstelveen (m. Fil. II:29). Vervolgens stond hij nog te Hattem (intr. ald. 17 April 1887) en te Culemburg van af 29 Sept. 1895. Na zeer smartelijk lijden overleed hij den 24en Juni 1899 in het Diaconessenhuis te Utrecht. Te Culemborg werd hij begraven. Hij toonde zich in steeds meerder mate een man van studie; inzonderheid de exegese vond in hem een ijverig beoefenaar, maar in zijn tweede gemeente hield hij zich ook bezig met het kerkrecht en het kerkelijk leven; hiervan werd op menige provinciale en generale synode de vrucht geoogst. Zijn exegetische studie maakte hij in later tijd dienstbaar aan het sociale leven, waarvan o.a. zijne Sociale Schriftbeschouwingen in het weekblad ‘Patrimonium’ blijk gaven. Aan het ‘Gereformeerd Weekblad’ was hij nauw verbonden. Hij was een man van gaven, waarmede hij gewoekerd heeft, een man ook van vaste beginselen, die hij toepaste op het gebied van kerk en school, zending en wetenschap, maatschappij en staat. Daarbij was hij gekenmerkt door een krachtig idealisme. Hij huwde in 1878 met Hendrica Hermina Kors, geb. te Amsterdam 29 Oct. 1852, die hem overleefde. Zijn portret komt voor in het hieronder gen. Levensbericht door W.H. Oosten. Behalve tal van studiën en artikelen in organen als de bovengen.: Ons geloof. Rede ter inleid. op het gebed voor de Vereen. v. Geref. Schoolonderwijs. Uitgespr. te Dordrecht den 4en Aug. 1885. Hoogeveen, 1885, post 8o. - Een Apostolisch Woord voor de gemeente van Christus. Leerr. over Hebr. X:32-35 uitgespr. Zond. 12 Dec. 1886, n. aanl. v.d. afzetting der 75 geschorste kerkeraadsleden te Amsterdam. (Tot steun v.h. ‘Fonds der afgezette en uitgetreden Dienaars des Woords.’ Amst. 1887. gr. 8o. - De Geest van den antichrist, of het zondig spiritisme getoetst aan Gods Woord. Heusden, 1888. post 8o. - Het Kerkelijk Diaconaat. Leiden. 1889. Sociale Schriftbeschouwingen. Zwolle, 1893, '94. 2 dln. post. 8o. - Doop en tucht of klein tractaat van de tucht der Kerken over haar ‘gedoopte’ leden. Aan de Kerken aangeboden, 1e en 2e verm. dr. Beter dan dicht goud, of de praktijk der Godzaligheid in het maatschappelijk leven uit het Spreukenboek toegelicht. Harderwijk. 1898, post. 8o. - De souvereiniteit des Heeren over de Koningen der aarde. Feestrede en tijdwoord ter gelegenh. v.d. kroning v. H.M. koningin Wilhelmina. Kampen. 1898. gr. 8o. - Samuel. Een licht in de duisternis, 25 Schriftbeschouwingen, 2de bundel. - Uw Koninkrijk Kome. Met Levensbericht door Ds. W.H. Oosten. Amst. (1899), post 8o.Ga naar voetnoot1). Litteratuur: W.H. Oosten, Levensbericht (als boven). - Dez., Willem Jacob de Haas in Handboek t. dienste v.d. Geref. Kerken in Nederl. voor het jaar 1900, blz. 274-278. - Rullman, De doleantie in de Ned. Herv. Kerk der 19e e., blz. 311. |
|