Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend
[pagina 388]
| |
rector van de Latijnsche school te Dokkum geweest en waarschijnlijk in den tijd der invoering van de nieuwe bisdommen ontslagen (± 1559), omdat hij wegens zijn godsdienstige gezindheid verdacht werd. In dienzelfden tijd moet hij een geschrift over David Joris hebben saamgesteld en stond over dat onderwerp in correspondentie met Johannes Acronius te Bazel. Daarna heeft hij Zwitserland, Italië en Duitschland doorreisd en was in 1560 en 1561 hoogleeraar te Duisburg. Dat hij, zooals Nagtglas beweert, tot 1568 dat ambt zou bekleed hebben, is niet waarschijnlijk, daar zijn zoon Reinier ongeveer 1566 te Deventer geboren werd. In 1578 keerde hij naar de Nederlanden terug en werd in dit of het volgend jaar predikant te Zierikzee. Op de synode van 21 Februari 1581, te Vlissingen gehouden, werd hij met drie ambtgenooten afgevaardigd naar de Nationale synode, die den 30en Mei 1581 en volgende dagen te Middelburg bijeenkwam. Hij bleef in genoemde gemeente werkzaam tot zijn dood in November 1605 en is te Zierikzee in de St.-Lievens-Monsterkerk begraven. Bij zijn huisvrouw Aeltgen Jans had hij, behalve Reinier, reeds boven genoemd, nog drie zoons: Petrus, Jacob en Johannes, die zich allen min of meer in de geleerde wereld naam hebben gemaakt. Gruterus heeft eenige geschriften in handschrift nagelaten, die in 1629 nog bestonden en tot titel dragen: Hodaeporicon belgicum, helveticum, italicum, germanicum, westphalicum, in twee boeken; Ephemeris rerum, misschien een dagboek over hetgeen in zijn tijd is voorgevallen; Historia Davidis Georgii, in twee boeken; Refutatio sectae Davidis Georgii, tweede deel; het eerste is verloren gegaan; Commentarius in Hesiodi opera et dies; Opera theologica varii generis; Index vocabulorum rariorum in Plinii naturali historia. Een Genealogia Gruterorum is verloren gegaan. In Petri Gruteri Epistolarum Centuria (II, p. 194-200) zijn eenige brieven van Thomas Gruterus te vinden. Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., dl. III, kol. 510. - Nagtglas, Levensber., dl. I, blz. 300, 301. - De la Rue, Gelett. Zeel., blz. 541. - Reitsma, Herv. en Herv. kerk., blz. 195. - Rutgers, Acta, blz. 357. - Reitsma en v. Veen, Acta, dl. V, blz. 9. - Bayle, Dict. Hist. et Crit., T. II, p. 1408, n. A. - Van Gouthoeven, D'oude Chronijcke ende Historien van Holland (Dordr. 1620), blz. 225. - Alg. Ned. Familieblad, dl. XII, blz. 125-127. - V. Alphen, N. Kerk. Handb., Jaarg. 1909, Bijl., blz. 155. |
|