[Henricus Eskelhoff Gravemeyer]
GRAVEMEYER (Henricus Eskelhoff) is den 13en April 1813 te Weenermoor in Oost-Friesland geboren en werd den 5en September 1837 te Emden tot den predikdienst toegelaten. Slechts zéér kort bleef hij in zijn eerste gemeente Oldersummergast, waar hij op 23 December 1838 intrede deed, want reeds den 28en Mei 1839 werd hij bevestigd te Ryssum, na aldaar voor de tweede maal beroepen te zijn. Den 10en December 1843 verbond hij zich aan de gemeente Onstwedde, den 29en Augustus 1852 aan Losdorp, bedankte voor Hattem (1854) en Nieuwerkerk (1855), maar nam een beroep naar Hantum c.a. aan, waar hij op 12 September 1856 intrede deed. Reeds spoedig predikte hij hier afscheid met een uitgegeven leerrede, getiteld: Jezus Christus onveranderlijk. Troostwoord en afscheidsrede over Hebr. 13:8, aan Hantum en Hantumhuizen (Dokkum 1857), om den 22en Februari 1857 te Midwolda (Oldambt) intrede te doen met een insgelijks uitgegeven rede: Goddelijk geleide. Intreepreek over Exod. 33:15 te Midwolda (2 drukken, Winsch. 1857). Met Afscheid van Midwolda, Preek uit 1 Joh. 2:28 (Winsch. 1865) zegde hij deze gemeente vaarwel, om voor de tweede maal naar Onstwedde te gaan, na voor beroepen naar Garyp, Ee en Balk te hebben bedankt. Ongesteldheid noopte hem in 1878 de bediening neer te leggen met een Schriftelijk afscheidswoord aan de gemeente te Onstwedde, 5 Mei 1878 (Kampen 1878), doch na tegen verwachting spoedig zijn gezondheid teruggekregen te hebben, nam hij een beroep naar Elburg aan en deed daar intrede met een rede: Hulpverbeidend opzien tot God. Intreepreek over Ps. 121:1, 2 te Elburg op 11 Augustus 1878 (Kampen 1878). Hier arbeidde hij tot zijn emeritaat in 1885 en legde zijn
bediening neer met Het laatste woord der Heilige Schrift, Openb. 22:20, 21. Scheidpreek te Elburg, 26 April 1885 (Elburg 1885). Hij vestigde zich daarna eerst te Kampen, waar hij zich verheugde in den omgang met S. van Velzen, docent aan de Theologische school, maar ging na enkele jaren te Oldeboorn wonen, waar zijn zoon toen predikant was. Hier overleed hij op Andringastate, den 6en December 1890. Hij was gehuwd met Wubbina Busemann, die op 9 Maart 1854 bij Bremen is gestorven.
Gravemeyer is zijn leven lang den Gereformeerden beginselen, maar ook de Ned. Hervormde kerk trouw gebleven. ‘Door zijne prediking had hij zich vele vrienden verworven, zoowel in de Hervormde als in de Christelijke Gereformeerde Kerk. Ook door zijn omgang. Door zijn innemend, voorkomend en vriendelijk karakter jegens ieder dwong hij aller achting af ... Men kon altoos van hem leeren en in een enkel kort kernachtig woord lag meer opgesloten dan in eene lange rede van anderen’. Zijn hoofdwerk is getiteld: Leesboek over de Gereformeerde Geloofsleer,