volgende week zijn intrede te Oudkarspel, waar hij 30 November 1815 beroepen was, en vertrok, na in 1817 voor den Burg op Texel bedankt te hebben, naar Bloemendaal (beroepen 11 Augustus, afscheid te Oudkarspel 25 October 1818). Van 8 November 1818 tot 29 Juni 1849 was hij hier werkzaam; wegens ongesteldheid vroeg en verkreeg hij emeritaat en overleed te Haarlem den 13en September 1857. Driemaal is hij gehuwd: 1o met Antje Voormans; 2o op 14 Mei 1823 met Antje Zwaan; 3o op 31 Augustus 1831 met Adriana Petra Vrolijk (geb. 17 Juli 1792, gest. 19 December 1862).
De Graaff wordt als een eerwaardig en bekwaam man genoemd; een tweetal zijner geschriften worden in de Boekzaal ook zeer gunstig beoordeeld. De volgende zijn door hem in 't licht gegeven:
Theophilus. Een leesboek voor vrienden van Godsdienst en Christendom, 2 dln. (Haarl. 1830); (onder de voorletters: N.D.G.): Hollands aloude roem treffelijk gehandhaafd in den tiendaagschen veldtogt (Amst. z.j., maar in 1831 uitgegeven); Godsdienst en Christendom (Amst. 1832); Het Evangelie, de weg der zaligheid, 2 dln. (Haarl. 1834/35). |
Litteratuur: Alb. Stud. L.B., kol. 1202. - A. Loosjes, Vóór ruim een halve eeuw, blz. 160. - Cat. Letterk., dl. I, kol. 503. - Cat. Burgersd. en Niermans, blz. 215. - Boekzaal, passim. - Aangevuld door mededeelingen van den Heer W.M.C. Regt, te Oudshoorn.