beroepen was. Het 200-jarig bestaan van de kerk aldaar werd den 22en October 1865 door hem herdacht in een Leerrede ter gedachtenisviering van het 200-jarig bestaan van de kerk van Oudshoorn en Gnephoek, over Ps. 26:8 (Alphen 1865). Met ingang van 15 Augustus 1878 emeritus geworden, predikte hij den 11en van die maand zijn afscheid en ging te Haarlem wonen, waar hij den 7en Februari 1888 overleed. Driemalen is hij gehuwd geweest, nl. 1o met Johanna Roelofsz (gest. December 1844); 2o met Anna Elisabeth Willemina Cornelia Sanderson (1816-1854) 3o in 1855 met Cornelia Honigh, geb. 30 Jan. 1826, die hem overleefde.
De Graaff was oorspronkelijk der Groninger richting toegedaan, maar werd, toen het modernisme veld won, meer behoudend. Hij wekte steeds op tot onderzoek van den Bijbel naast het door hem gesproken woord en stond te Oudshoorn bij alle richtingen in zeer hooge achting. De Roomsche kerk vond in hem een hevig bestrijder en insgelijks is hij bekend geworden als vijand van den drank. Van zijn kanselwerk zag nog, behalve de reeds genoemde leerrede, het licht:
Het uur zijner openbare belijdenis van het Evangelie, het onvergetelijkste uur uit het leven van den Christen. Leerrede over Joh. 1:40b (Leiden 1843); Leerrede over Joh. 11:25, 26 in de Achttal Leerredenen, uitgegeven ten voordeele der Protestantsche gemeente van Curaçao (Amst. 1844). |
Van zijn wetenschappelijken zin legde hij, behalve door zijn dissertatie, getuigenis af door een monografie: De levensgeschiedenis van den apostel des Heeren, Simon Petrus (Haarl. 1835) en door de aandacht van Prof. Kist te vestigen op een stuk, dat dezen hoogleeraar aanleiding gaf tot zijn artikel. De oorsprong van het Patronaatsregt der kerk van 't Woud in Arch. K.G., dl. XIII.
Verder schreef hij in de kwestie betreffende het aanblijven van den ouderling D. Hoogendoorn te Zwammerdam (zie boven, blz. 37, i.v. Felix):
Open brief aan G.A. Hoogeveen, naar aanleiding van zijn geschrift: De kerkeraad van Zwammerdam en het Classikaal Bestuur van Leiden (Alphen 1867) en met J.B. Moquette en J.E. Jentink: De vacature te Zwammerdam. Teregtwijzing voor Ds. J.W. Felix en G.A. Hoogeveen (Alphen 1867).
Eindelijk gaf hij nog een Redevoering over het Christelijk karakter der Maatsch. Tot Nut van 't Algemeen, uitgesproken ter gedachtenisviering van het 50-jarig bestaan van het Departement Alphen en Oudshoorn, 21 Januari 1859 (Alphen 1859) en Vragen over de Christelijke Geloofs- en Zedeleer ten dienste mijner leerlingen (Alphen 1860).
Litteratuur: Arch. K.G., dl. XIII, blz. 209, 218. - A. Loosjes, Vóór ruim een halve eeuw, blz. 160. - Alb. Stud. L.B., kol. 1279. - Cat. Burgersd. en Niermans, blz. 215. - Aangevuld door mededeelingen van den Heer W.M.C. Regt te Oudshoorn.