[Simon Gorter]
GORTER (Simon), zoon van Douwe Gorter, heeft zich vooral als letterkundige naam gemaakt. Geboren te Warns den 11en December 1838, bezocht hij het gymnasium te Sneek en liet zich in September 1856 als Student bij het Seminarie der Doopsgezinden te Amsterdam inschrijven. In den zomer van 1861 werd hij tot proponent bevorderd en deed den 3en November van dat jaar zijn intrede in de gemeente Aalsmeer op den Zijdweg. Hier predikte hij op 25 Mei 1863 afscheid, om den 7en Juni d.a.v. zich aan de gemeente Wormerveer op het Zuid te verbinden, doch reeds in December 1864 moest hij naar Arcachon vertrekken, om genezing te zoeken van de tering, die hem had aangetast. Zijn gemeente bleef hem als haar leeraar beschouwen en na zijn terugkomst, April 1866, diende hij haar nog eenige jaren, tot hij, na veel strijd, besloot, het leeraarsambt neder te leggen en op Oudejaarsavond van 1869 zijn afscheidsrede hield. Daarna trad hij op als hoofdredacteur van het pas opgerichte dagblad ‘Het Nieuws van den Dag’, maar overleed reeds den 5en Juni 1871. Hij is te Rhenen begraven, waar in 1888 een gedenkteeken op zijn graf werd opgericht. Den 21en November 1862 was hij in 't huwelijk getreden met Johanna Catharina Lugt. Zijn gelithografeerd portret komt voor in het eerste deel van Een jaar levens voor de Dagbladpers.
Gorter ‘predikte het Evangelie in den geest der modernen, maar zonder zich te laten vervoeren tot eenig marktgeroep, ja volgens sommigen met wat al te veel omzichtigheid ... Van zijn liefde voor den godsdienst en tevens van zijn ongekunstelde, eenvoudige en innige kanselwelsprekendheid’ (Jo de Vries) getuigen de leerredenen van zijn hand, door Prof. De Hoop Scheffer verzameld en uitgegeven onder den titel Ik geloof, daarom spreek ik (Amst. 1871), en evenzeer Het Evangelie des Kruises, opgenomen in jaargang 1869 van De Taal des Geloofs.
Zijn naam als letterkundige heeft hij met één slag veroverd, toen hij onder den titel Arcachon, in de Gids zijn bekende schetsen in briefvorm over zijn reis naar Frankrijk, over de badplaats Arcachon en het leven aldaar plaatste. ‘Zonder overdrijving kan men zeggen, dat Gorter van dat oogenblik af de beste onder de jongere mede-arbeiders van den Gids geweest is’ (Busken Huet). Daarna leverde hij nog verschillende artikelen in dat tijdschrift, die, met een tweetal bijdragen in de jaargangen 1869 en 1870 van den Almanak der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, door Prof. De Hoop Scheffer in twee bundels Letterkundige Studiën (Amst. 1871; 2e dr., ald., 1881; 3e dr., ald., 1891) zijn verzameld en met een voorrede voorzien. Terecht is opgemerkt, dat zij geen voorliefde toonen voor eenig bepaald vak van wetenschap of studie; voor den theoloog is het stuk over Een groot man en een felbewogen tijd (Jeremia) het belangrijkst. Ook in het Bibliographisch Album van de Gids schreef hij ettelijke boekcritieken, die, evenals zijn artikelen in Het Vaderland,