1 Thess. 2:19, 20 (Leeuw. z.j.), afscheid nam. Hij bleef te Hollum wonen en overleed er den 25en Juni 1901; zijn echtgenoote, Trijntje Kat, was hem den 24en December 1884 reeds ontvallen. Zijn lithografisch portret, door W. Troost naar het leven gemaakt (± 1854) ziet het licht. Van zijn hand verscheen in de Doopsgez. Bijdr. een uitgebreide verhandeling: Uit de vroegere geschiedenis der Doopsgezinde gemeenten op Ameland (Jaarg. 1889, blz. 1-50 en Jaarg. 1890, blz. 1-38), die zéér belangrijk is voor de kennis van het Doopsgezind gemeenteleven uit vroeger dagen.
Litteratuur: Doopsgez. Bijdr., Jaarg. 1861, blz. 146, 161; Jaarg. 1901, blz. 213.