[Pieter van der Goot Pz.]
GOOT Pz. (Pieter van der), geboren 17 October 1817 te Zaandam, studeerde vanaf 1834 aan het Doopsgezind Seminarie te Amsterdam en aanvaardde als proponent in 1841 de Evangeliebediening te Wormer en Jisp. Reeds het volgend jaar nam hij een beroep aan naar Rotterdam en deed den 2en November 1851 zijn intrede te Amsterdam, waar hij werkzaam was tot zijn emeritaat, dat hij wegens ongesteldheid aanvroeg en met ingang van 1 Januari 1876 verkreeg. Den 31en Mei 1877 overleed hij te Amsterdam. Hij was gehuwd met Clasina Margaretha Mabé Grevingh.
Van der Goot was een zeer gezien predikant, die, daar de vrijzinnige richting in zijn tijd door vele Hervormde predikanten in de hoofdstad aangehangen werd, ook vele rechtzinnige Hervormde gemeenteleden onder zijn toehoorders telde. Hij was een man van levendig gevoel, die treffend en ‘bevindelijk’ preekte in den geest van het Réveil, piëtistisch ook in sommige uitdrukkingen. Van zijn hand verscheen in druk:
Opwekkingsrede bij het verslag van de 35ste Openlijke Vergadering der Rotterdamsche Afdeeling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 18 October 1849 (Rott. 1849) en anoniem: Geloofsbeproeving en Geloofskracht bij Christelijke martelaressen (Amst. 1858). |
Litteratuur: A. Loosjes, Jezus Christus altijd dezelfde. Leerrede ter gedachtenis van Pieter van der Goot Pz. (Amst. 1877). - Doopsgez. Bijdr., Jaarg. 1861, blz. 156; 1876, 129; 1878, 132; 1886, 74; 1895, 128; 1898, 51; 1901, 26. - Cat. Doopsg. Bibl., dl. II, blz. 14, 264.