[Marten Geurts]
GEURTS (Marten) was in het midden der 17de eeuw Doopsgezind leeraar te Veenendaal. Hij was een voorstander der rechtzinnige belijdenis en daarom gekant tegen de nieuwe denkbeelden van Galenus Abrahamsz, blijkens het door hem op 21 Januari 1656 onderteekende, maar eerst zes jaar later uitgegeven Tractaet dienende tot beweeringe der sichtbare Gemeynte Gods (Utr. 1662). Doch toen den vier Utrechtschen Doopsgezinden leeraars in 1661, tot toetsing hunner rechtzinnigheid, door den Magistraat een twaaftal vragen werden voorgelegd, die meer aan den Heidelbergschen Catechismus dan aan de Doopsgezinde belijdenisschriften deden denken, liet Geurts daartegen zijn ernstige bedenkingen hooren in een door anderen uitgegeven Copie van een Brief, geschreven door Marten Geurts aen Harmen Segersz. Actum 3 Nov. 1661 (Amst 1662). Kort daarop is hij overleden, doch na zijn dood werden nog, met een uitvoerige voorrede, geteekend door de leeraren G. van Aldendorp, A. van Heuven, J. Andries en W. van Maurick, in het licht gezonden zijn: Aenmerckingen over den handel en mis-slagen van eenige Mennoniten binnen Utrecht die van de oude belijdenisse der weerloose doopsgesinde Christenen sijn afgeweecken (Utr. 1662).
Litteratuur: Blaupot ten Cate, Holland, dl. I, blz. 397. - Doopsgez. Bijdr., Jaarg. 1863, blz. 98; Jaarg. 1916, blz. 161. - Rogge, Cat. Pamfl. Rem. Bibl., 2e st., 2 afd., blz. 64.