[Gerrit van Gerrevink]
GERREVINK (Gerrit van) werd geboren te Vaassen, studeerde aan de Leidsche hoogeschool, waar hij zich den 18en Juni 1828 liet inschrijven, nam als Leidsch jager deel aan den Tiendaagschen veldtocht en werd den 15en Mei 1834 candidaat bij het Provinciaal kerkbestuur van Noord-Brabant. In 1838 te Hellouw beroepen en aldaar werkzaam, wees hij in 1855 het hulppredikerschap te Heusden van de hand, dat hem op 22 September van dat jaar was aangeboden, maar vertrok kort daarop, na den 13en Juli 1856 te Hellouw afscheid gepredikt te hebben, naar Oost-Indië. Hier diende hij achtereenvolgens de gemeenten Salatiga (1857), Amboina (1862) en Makasser (1864), verzocht en verkreeg in 1867 ontslag met pensioen, waarop hij naar Europa terugkeerde. Hij vestigde zich eerst te Zwolle, daarna achtereenvolgens te Arnhem, te Kleef en te Wiesbaden, eindelijk te Nizza, waar hij den 17en Februari 1885 overleed. Hij wordt geroemd als een geleerd man en een waardig Evangeliedienaar.
De volgende geschriften van zijn hand zijn in druk verschenen:
De trappen van het christelijk leven (Zwolle 1869). |
De brief aan de Romeinen in zijn ideeëngang (Utr. 1870). |
De brief van Jakobus in zijn denkbeelden (Utr. 1875). |
De brief aan de Galatiërs in zijn denkbeelden (Utr. 1880). |
Litteratuur: Van Troostenburg de Bruyn, Biogr. Wdb. O.I. pred., blz. 145. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., dl. IV, kol. 646. - Alb. Stud. L.B., kol. 1279. - Cat. Burgersd. en Niermans, blz. 204.